Victoria - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu Victoria - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

Victoria

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

18 Maart 2015 | Australië, Melbourne

Het einde van het sinaasappelseizoen was nabij. Wij plukten de laatste bomen kaal, maar we hadden nog niet echt genoeg geld om door te reizen. Toen wij het laatste verhaal postten, hadden wij nog maar weinig collega’s. Even daarna kwamen andere backpackers ons vergezellen. Gezellig, maar niet goed voor de portemonnee. Alle backpackers vertrokken toen het te warm werd, het was de meeste dagen rond de 35 tot 40 graden. Wij bleven echter, omdat we het geld nodig hadden. Toen anderhalve week later het plukken gedaan was, bleken wij in de smaak te vallen. De Indiërs vroegen ons twee om nog mee te helpen met het plukken van citroenen. Na twee dagen hadden we twee bins (twee kuub) gevuld met de stukken kleinere vruchten. Voor elke bin kregen we zeventig dollar. Omdat het nogal nauwkeurig komt met het plukken van precies de goede kleur citroenen en ze moeten precies groot genoeg zijn, hielp de Indische vrouw ons de hele dag. We werden betaald en we kregen zestig dollar te veel. Voor de moeite, zeiden ze. Ontzettend aardig, maar daar kwam wat achter weg. In mei begint namelijk het seizoen opnieuw, maar dan voor de navelsinaasappels. Ze vroegen of we terug wilden komen. Ze vroegen het wel vier keer, maar we wisten het nog niet zeker. Wij zijn dan namelijk in Cairns en de baan was in Waikerie, South Australia. Het was tijd om te gaan reizen. We hadden bijna genoeg geld. Er kon echter nog wel een paar honderd dollar bij.
We zaten de volgende dag op onze gratis parkeerplaats te genieten van onze vrije tijd. We zouden die dag vertrekken naar Victoria. We zochten naar de bezienswaardigheden en we genoten van een kop thee aan de Murray River. Het was weer rond de dertig graden, dus we zaten in de schaduw. Op een gegeven moment, rond half elf / elf uur kwam er een auto onze kant op rijden. Een man stapte uit. We dachten eerst dat het de vervelende politieman weer was die ons al eerder een keer heeft wakker gemaakt voor niets. Hij klaagde over wcpapier dat niet van ons was. Nee, dit keer was het een andere man. Yo, are you Ross? Nee, wij zijn Ross niet, dachten wij. We vroegen de man of we hem konden helpen. De man had een afspraak met een man die ook gratis kampeerde. Hij had werk voor hem. Er stond al een paar weken een man van in de veertig aan de andere kant van de kampeerplaats. Hij had een hond, maar hij was net een half uur daarvoor vertrokken. Mogelijk is hij het. Hij zal zo wel terug komen, zeiden wij. De man: Of hebben jullie zin om butternuts (kleine pompoenen) te plukken? Wij aarzelden niet en vroegen waar we die konden plukken. Even later reden we achter de boer aan en nog even later stonden we met onze werkkleding in zijn land met grote snoeischaren de butternuts los te koppelen van de grond. We werkten van 12:00 tot 18:00 uur en we waren daarna tweehonderd dollar rijker. De man blij, wij blij en Ross wat minder waarschijnlijk. We verbleven die avond nog op de kampeerplaats om de volgende dag toch echt te vertrekken, mét genoeg geld en mét watermeloenen, want die verbouwde de boer ook.

Vakantie! Op naar Mount Arapiles, ongeveer vijfhonderd kilometer verderop. Even geen werken meer met 45 graden, op naar Narrandera, waar Henk zijn ouders vier maart arriveerden. We hadden ongeveer twee weken voordat we hen eindelijk weer zouden zien na 23 maanden reizen. Die dag lukte het ons niet om helemaal naar Mount Arapiles te rijden. Wel sliepen we op de grens van South Australia en Victoria. Het is een half uur eerder in. We lagen die nacht dus letterlijk al met ons hoofd in de volgende dag en met de rest van het lichaam nog in de vorige. Mount Arapiles viel ons tegen de ‘volgende dag’. Het is één van de beste klimspots van Australië, maar anders dan wij dachten, was de omgeving iets minder pittoresk. Op naar de Grampians dan maar.

Even tussendoor: Het enge verhaal van The Hunstman. Sinds wij onze bus hebben, horen wij regelmatig het verhaal over The Hunstman, een megaspin die in iedere bus zou leven. Dat zal wel een beetje meevallen, dachten wij, totdat er ineens enorme spin over Henk heen liep (zie foto’s). The Hunstman behoort tot de grootste spinnen ter wereld en is familie van de bananenspin. Deze is niet giftig, maar rent zo hard, dat hij zijn prooi vermoeid en vervolgens opeet. Hij rende over Henk zijn buik. Hij had nog nooit zo’n grote spin gezien. Uit schrik veegde hij de spin van zich af, zo in de handen van Kirsten, die hem vervolgens op de laptop pingpongde. De laptop stond nog open. De spin wist niet wat hem overkwam en rende heen en weer. Uit reflex klapte Henk zo snel mogelijk de laptop dicht. Ja, dat was lastig.. openen we hem weer? Buiten? Na even aarzelen, besloten we hem buiten te openen. Gelukkig leefde onze Huntsman niet meer.. Het lukte ons het eerste uur niet meer om te slapen.

The Grampians, geloof het of niet.. Dat vonden wij tot nu toe één van de mooiere National Parks tot nu toe in Australië. Het nationale park was weer heel anders dan wat wij tot nu toe hebben gezien. Het was erg groen met veel bergen, uitkijkpunten en cultuur. Het was niet tropisch of regenwoud, er liep gewoon veel water door het park, anders dan South Australia is Victoria ineens een stuk groener en bezit ineens veel meer water. Zie foto’s voor een goede indruk.

De volgende dag moesten we weer een lang stuk rijden tot we bij de oceaan arriveerden. In Warrnambool besloten we de avond op een camping door te brengen, voordat we de volgende dag aan The Great Ocean Road begonnen. Deze weg is ongeveer 250 kilometer lang en voert langs de cliffs en nationale parken. Om de paar kilometer zat wel een uitkijkpunt of een mooi strand. Jullie kunnen begrijpen dat die 250 kilometer dan niet in een dag afgelegd is. We zagen een ontzettend mooi punt genaamd Loch Ard Gorge, waar een strand ingesloten wordt door rotsen. Erg mooi. Even verderop staan de Twelve Apostels, de Twaalf Apostelen, rechtopstaande rotsblokken midden in het water. Het zijn er geen twaalf meer, maar een stuk of acht. Het was er allermachtig druk, dus na een paar foto’s zijn wij weer doorgereden.

We reden naar Rico van Ginkel, de jongste emigrant die wij bezoeken. Op zijn tweeëntwintigste vertrok hij uit Nederland naar Victoria. Nu, drie jaar later, is Rico van stadsjongen omgetoverd in een melkveeboer. Het kan raar lopen. Rico had dit zelf ook nooit gedacht. Het verhaal over Rico van Ginkel uit Veldhoven was te lezen op 11 maart in het Veldhovens Weekblad. Het verhaal over Hans en Berend van Loenen is gepubliceerd in De Stellingwerf van 5 februari. Het verhaal over Margje Ketellapper is ook gepubliceerd in De Stellingwerf, maar dan op 26 februari. We hebben helaas de afspraak met Jan van Keulen moeten cancelen wegens privé omstandigheden aan zijn zijde. We zijn van plan om hem aan het einde van ons tweedejaars visum toch nog op te zoeken. Patrick Lauwers hebben wij geïnterviewd. Het verhaal over hem is klaar. Ook zijn we bij Gerrit en Willem van Zeist geweest. Ook dit verhaal is klaar. Het verhaal over Wietze Jan van Vondel is bijna klaar.

Het mooiste nationale park aan de Great Ocean Road vonden wij het Great Otway National Park, een regenwoud, aan de ene kant van de weg in de bergen, aan de andere kant grenst het bos aan de zee. Aan beide kanten zaten veel koala’s. Zelfs zoveel dat ze een gevaar voor zichzelf vormden. De koala’s hadden op sommige plekken alle eucalyptus bomen leeg gegeten. Veel van de koala’s waren ondervoed en zijn verplaatst naar andere bossen. Dat was net voordat wij daar aankwamen. Wij zagen nog wel veel koala’s in de bomen, gezonde koala’s, niet zes in één boom of over de grond lopend, schooiend om voedsel, omdat de bomen kaal waren. Wij zagen gelukkig allemaal blije koala’s met genoeg voedsel. Een moeder leerde haar kleintje klimmen. De baby had er zin in en klom helemaal alleen naar de top van de boom. Mooi om te zien. Overal waar auto’s langs de weg stil stonden, waren koala’s te zien, een National Park om aan te raden, vol met watervallen, varenbomen en veel kronkelwegen met diepe afgronden.

Toen we klaar waren met The Great Ocean Road, reden we naar Ballarat en Daylesford. Dat zijn beide oude goldrushstadjes. Er stonden veel oude huisjes en hotels. Er is in Ballarat zelf een hele stad nagebouwd, waar de ‘inwoners’ er allemaal nog bijlopen zoals vroeger. Er worden beroepen uit die tijd beoefend. Ook worden de bewoners nog vervoerd per paard en wagen.

Net voor Melbourne kwamen we aan in het Wombat State Forest, op zoek naar een camping. De gratis kampeerplaats was echter niet te vinden en na ongeveer twintig kilometer rijden op een gravel road zagen we een groep jongens naar ons zwaaien. Ze stonden op een soort van inham en het leek op de kampeerplaats. We stopten. De jongens kwamen naar ons toe gerend. Ze bleken over de kop geslagen te zijn en hun 4WD lag aan barrels. Zij konden wel wat hulp gebruiken, dus hebben we die avond gezellig bij hen gekampeerd. Zo konden zij normaal koken en wat spullen van ons krijgen. Op de vraag of we de wrecker (sleepwagen) voor hen konden inseinen, zeiden zij, nee. Onze auto start nog en we rijden er morgen zelf wel naar toe. De spullen die overal lagen, omdat zij voor een kangoeroe waren uitgeweken, hadden zij op een hoop gelegd en er een bordje bovenop gezet: Sorry for the mess, rolled our car. Oftewel, ze konden hun rotzooi niet allemaal meenemen en ze moesten het achterlaten. Hun roofrack was er vanaf geslagen en het dak was wel een halve meter naar beneden gekomen. Het erge was dat de eigenaar van de wagen niet reed, maar iemand die hij had ontmoet. Ze waren met z’n vieren op weg naar The Great Ocean Road. We hebben geen idee hoe het met de jongens afgelopen is. De jongens hadden nog een busje, maar ook die stond bij de maker. Ze vertelden wel dat ze van plan waren binnenkort weer een paar maanden te gaan werken. Wij zijn de volgende dag doorgereden naar Melbourne, waar we drie dagen bleven.

Melbourne is een erg leuke stad. Wij vinden het de leukste stad tot nu toe. Het is een grote stad, maar anders dan Sydney, is het een stuk rustiger. Het is de culturele hoofdstad van Australië. Er zijn veel dingen te zien en te bewonderen, maar door onze korte tijd in de stad, hebben we lang niet alles kunnen doen. We zijn naar verschillende wijken, zoals St Kilda en Albert Park. In het centrum van de stad zagen we veel muzikanten en even uit het centrum staat het Rod Laver stadion, waar we even rond gelopen hebben. In St Kilda kunnen pinguïn worden gezien. Wij besloten daar op een avond naartoe te gaan, maar een kwartier voordat ze zouden arriveren, kwam de storm op, dus moesten we rennen. Omdat we zo weinig tijd hebben gehad in Victoria, hebben we besloten terug te komen naar deze staat aan het eind van ons tweedejaars visum. We moesten eigenlijk scheuren. Daar komen wij uiteraard in een volgend verslag weer op terug. Dan kunnen we ook naar Philip Island, waar rond de duizend pinguïns per dag aankomen. We moesten door naar emigranten in Shepparton, Gerrit en Willem van Zeist. We reden via Albert Park, waar ze al bijna klaar waren met het opbouwen van de tribunes en de overige werkzaanheden voor de Grand Prix. We schrokken wel even toen we ineens met onze ‘langzame’ bus op het parcours reden. Dat was grappig. Via de Yarra Ranges reisden wij verder.

Het gebergte van de Yarra Ranges was meer rijden dan wandelen en viel ons daardoor een beetje tegen. Het is een mooi regenwoud, maar we hebben het in het Great Otway National Park mooier gezien. Heel spectaculair was het alpine gebied bij Mount Buller en Mount Stirling in het Alpine National Park. Tussen Mansfield en Mount Buller zagen wij ineens een wombat langs de weg zitten. De eerste wombat die wij zagen. Want een fantastisch beertje. Hij was niet bang en bleef gras eten toen wij een paar foto’s maakten. De wombats kunnen ontzettend groot worden, wel tot bijna een meter lang. Wij zagen een wombat van ongeveer een halve meter. Craig’s Hut, even later was één van de mooiste uitzichten die wij tot nu toe hebben gezien in Australië, niet overdreven. Met de alpines op de achtergrond en het hutje uit de film The Man from the Snowy River op de voorgrond met een oud hekje er omheen, kon bijna niet beter. Een copperhead slang kroop ons voorbij en we moesten daarna weer door naar de emigranten. Onderweg terug naar de auto zagen we nog een wombat in zijn hol. In de middag werden wij verwelkomt door de broers Van Zeist.

Inmiddels waren Henk zijn ouders al in Australië gearriveerd en waren wij nog ongeveer 150 tot 200 kilometer van Narrandera, waar Henk zijn familie woont, verwijderd, maar wij moesten nog duizend kilometer rijden. We reden via Traralgon, waar onze eerste emigrant uit Appelscha woont, via The Great Alpine Highway naar Narrandera. Twee dagen later, op zes maart vertrokken wij vanaf zo’n 1850 meter hoogte met een temperatuur van twee graden celcius.

Vierhonderd kilometer verderop later die middag.. wat was dat spannend. Het was ongeveer 23 maanden geleden dat wij Henk zijn ouders hadden gezien en ongeveer twintig jaar geleden dat Henk zijn familie uit Narrandera had gezien. Na heel Nederland die middag doorkruist te hebben, was het een fantastisch weerzien. Het was in Narrandera rond de dertig graden. De rest van het verhaal kunnen jullie over een week verwachten.

Groeten Henk en Kirsten

  • 18 Maart 2015 - 13:33

    Geert Veen:

    Hoi Henk en Kirsten,

    Wat weer een mooi en spannend verhaal.
    Vooral wat betreft dat gebeuren met de spin.
    Ja, die afstanden daar he, dat is wat anders dan van Appelscha naar Oosterwolde ha...ha...
    Doe Janny en Koert de groeten van ons.
    Nog veel plezier met z'n allen daar!!

    Hennie en Geert

  • 18 Maart 2015 - 19:51

    Rob En Afke:

    Hallo Henk en Kirsten.
    Dat was weer een prachtig verslag en wat ook een prachtige foto's. Wat heerlijk dat jullie nu een paar weken met jullie ouders op kunnen trekken. Heel veel plezier met elkaar. Doen jullie ze de groeten ?
    Rob en Afke

  • 20 Maart 2015 - 10:41

    Vroukje:

    Hey jongelui,

    Leuk verhaal met bekende plaatsen voor mij. Sybe en ik zijn ooit, lang geleden, ook in Ballarat geweest. Zo'n oud mijnwerkersstadje waar je je in de vorige eeuw waant. We zijn als mijnwerkersechtpaar op de foto gegaan, leuk ! (Zoiets als in Volendam,met verkleedkleding aan.) De omgeving is er zo mooi. En het is er zo groot ! Ik vond zoveel dingen in Australie groot, zoals o.a.de lange afstanden. Zo anders dan in ons kleine Nederland ! Maar wel een hele mooie ervaring.
    En zo bijzonder dat jullie elkaar daar weer zien na zo'n lange tijd !
    Blijf genieten en veel plezier verder...
    Lieve groeten, Vroukje


  • 29 Maart 2015 - 00:05

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen allemaal,

    Bedankt voor jullie leuke reacties. Jullie krijgen allemaal de groeten terug van de grijze backpackers. Die spin was echt even schrikken, maar volgens ons hebben we geen nieuwe bewoners.. op wat mieren na, maar die zijn wel makkelijk te bestrijden. Het mijnwerkers dorpje Ballarat is echt leuk. Dat nagebouwde dorp zijn we niet geweest. Wij hadden een beetje haast toen :-) Inderdaad bijzonder om elkaar weer te zien en helemaal om samen te reizen. We plaatsen het nieuwe verslag over enkele minuten. Geniet er van.

    Groeten Henk, Kirsten, Koert en Janny!

  • 29 Maart 2015 - 09:15

    Maria Savage:

    Wow, what a fantastic rendition of your travels in Narrandra, Stan and I have stayed in Windermere it is so lovelyin the country.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 917
Totaal aantal bezoekers 209730

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: