Wheatbelt en de koraalkust - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu Wheatbelt en de koraalkust - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

Wheatbelt en de koraalkust

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

31 Augustus 2014 | Australië, Exmouth

Onderweg naar het noorden stopten wij eerst in Byford. Dat was een klein stukje. Omdat wij nog afscheid van een paar mensen moesten nemen in de Ferguson Valley, reden we pas rond drie uur ’s middags weg. We kregen in totaal maar liefst elf flessen wijn cadeau. Dat is nog eens een mooi geschenk om het drie jaar in stand houden van onze relatie te vieren (we zijn bijna de helft daarvan op reis). Aan de weg in Byford, op een parkeerplaats met een oud stel. Daar vloog de eerste kurk van de champagne. We hebben er erg van genoten na die eerste uurtjes dat we weer aan het reizen waren. De volgende dag reden we via New Norcia naar Moora, waar we Henk en Tina Fledderus bezochten. New Norcia is een Benedictijns klooster, wat op zich heel aardig klinkt. Het is namelijk de enige in Australië en het klooster is nog in werking. Wij waren er echter om twee uur ’s middags, net een half uur te laat voor de laatste rondleiding. Jammer, maar we zouden dan toch nog wel alles kunnen bekijken? Nee dus. We mochten geen enkel gebouw meer in en we zagen geen enkele monnik. We waren daar dus snel klaar.

De volgende dag waren we in Moora, wat middenin de wheatbelt ligt, de graanvelden. Canola groeit er volop. De velden kleuren rond deze tijd van het jaar allemaal geel, een mooi gezicht. In Moora gingen we op visite bij emigranten Henk en Tina Fledderus, die voorheen in Wapse en in Nagele (in het noorden van Nederland) woonden. Henk belandde via zijn opleiding Landbouwwerktuigbouwkundetechniek (een hele mond vol) in Australië. Hij mocht daar drie maanden stagelopen op een landbouwboerderij. Hij kwam in Australië terecht na met twee studiegenoten te kijken hoe ver weg van huis zij hun stage konden volgen. Alle drie vonden zij een plek in West Australië, allemaal op een andere boerderij. De één had het na drie maanden wel gehad, de tweede vond het na tien maanden wel genoeg en vertrok weer naar Nederland, maar het beviel Henk zo goed dat hij na meer dan twee jaar pas weer thuis kwam. Al die tijd had hij contact gehad met de zus van een studiegenoot, die wel geïnteresseerd was in wat voor werk hij daar deed. Later veranderde die interesse in interesse voor elkaar. Bij zijn terugkeer naar Nederland kwam ze (Tina) hem ophalen van het vliegtuig, terwijl ze elkaar nauwelijks kenden. Na een tijdje keerden ze terug naar de plek waar Henk het zo naar zijn zin had en zij vond het er ook geweldig. Henk en Tina wonen nu acht jaar in Moora, waar Henk op een sinaasappelboerderij werkt en waar Tina een eigen handwerkbedrijfje is gestart. Ze hebben twee kinderen, die in Australië zijn geboren. De rest van dit verhaal is te lezen in de Meppeler en Steenwijker Courant van vrijdag 22 augustus. We bleven nog een nachtje bij ze slapen in de schuur, wat verstandig was, omdat het weer die nacht te keer ging. De volgende ochtend reden wij naar de Pinnacles Desert.

De Pinnacles Desert is een zandvlakte met allemaal rechtopstaande stenen, leuk om te zien. Die nacht overnachtten we vlak aan de Indische Oceaan, waar we weer bezoek kregen, al kan ik beter zeggen, dat we erachter kwamen dat we visite hebben.. al een dag. Waarschijnlijk hebben we die te danken aan onze overnachting in de schuur van Henk en Tina Fledderus, een muis. We konden hem niet vangen. We waren dus de hele nacht wakker. Dan rende hij weer voor in de auto, dan weer langs ons hoofd en dan weer onder ons. Erg irritant. We hadden onze muizenval gezet en daar een stukje brood ingelegd, maar daar had ons bezoek geen trek in. ’s Ochtends was hij nog steeds wakker, we volgden hem en nadat hij achterin zat, opende Henk de achterklep van de auto. Het muisje kon geen kant op. Wel zagen we dat het niet zomaar een muisje was, maar een springmuisje. Hij springt met zijn achterpoten, net als een kangoeroe. Hij was snel op de grond en nog sneller in de struiken. Dat was makkelijk opgelost, een stuk makkelijker dan een paar maanden daarvoor.. toen wij een whalewatching tour in Augusta gingen doen. Het was de eerste keer sinds twee maanden dat wij weer in de bus sliepen en dat hebben we geweten. De muis die in onze bus was gekropen in Margaret River.. in een garage, was niet alleen. Hij was met zijn vrouwtje gekomen. Toen wij er weer in sliepen, hoorden we ze dan ook in veelvoud. Ze liepen zelfs over ons heen. Ze waren natuurlijk gewend aan hun huis. Slapen deden we niet echt. We hadden onze muizenval toen ook al, dus een stukje brood erin en de ogen maar weer dicht. Nog geen vijf minuten later, kabam! Bingo. Dat was de eerste. Na de muis naar buiten te hebben gegooid en een nieuw stukje brood erin te hebben gelegd, moesten we een half uur wachten op nummer twee. Maar weer naar buiten ermee. Voor de zekerheid zetten we de val weer. Het was niet omdat we zo scheef lagen dat we die nacht zo slecht sliepen. We hebben de muizenval maar liefst zes keer moeten zetten. Twee ouders en zes jonge muisjes lagen die ochtend voor onze deur. Kirsten vond het wel zielig, maar het is beter dan dat ze aan kabels gingen knagen. Kirsten maakte een kruisje en legde de hele familie erbij. De oplossing aan de Indische Oceaan was beter, maar dat was een beetje lastig met die zes schuwe beesten. Goed, we rijden door naar..

Het Pink Lake, een compleet roze meer vlak voor Kalbarri National Park. Eindelijk hebben we een roze meer gevonden. De bekendste in Australië is die vlakbij Esperance, maar die was te duur om te bezoeken. De tweede in die regio was voor het laatst zeven jaar geleden roze. Die wij zagen was knalroze. Zie de foto’s. De roze gloed komt door het vele zout en een soort alg.

In Kalbarri National Park konden we bij aankomst meteen genieten van de kust. Om de paar honderd meter was er een afslag met een scenic spot. Daar konden we de diepe cliffs en de mooie rotsformaties bewonderen. Maar er was meer. Op een gegeven moment zagen we twee meisjes naar een bepaald punt in de oceaan kijken. Wij keken er ook een tijdje na, maar wij dachten.. is dat zo bijzonder om daar zonder omkijken een paar minuten naar te staren? De meisjes spraken tegen elkaar. Het duurt lang, hè?, in het Nederlands. Dat was toevallig. Maar waar keken die Nederlandse meisjes nou naar? We kwamen er snel achter. Het zijn walvissen. We zagen er net een paar uit het water springen, net voordat jullie aankwamen, zeiden ze. Ineens kwamen ze weer omhoog. Het waren
er wel drie die voorbij zwommen en sprongen. Fantastisch, wat een gezicht. Ze sprongen veelvuldig. Wel redelijk ver uit de kust, maar we hebben ze op de foto kunnen zetten. Gedurende onze reis naar het noorden veranderde het landschap langzaam. Het wordt wat kaler en droger. De vele bomen verdwijnen en de struiken komen. Dat is niet het enige, de temperatuur loopt ook op. Was het bij vertrek uit de Ferguson Valley rond de achttien graden, in Kalbarri National Park was het al boven de twintig graden. Kalbarri was ontzettend mooi. Niet alleen de kustlijn was wat we er konden bekijken, landinwaarts konden we vier gorges (fjorden) bekijken. Het enige probleem was dat de mooiste twee alleen via een dirt road te bereiken waren. Omdat we het niet wilden missen, hebben we het toch maar gedaan. We gingen ervoor met zestig tot tachtig kilometer per uur over de ribbelige zandweg.. het werkte. We hadden door de snelheid weinig last van het slechte wegdek. We moesten echter wel negentien kilometer heen en negentien kilometer terug. Trillen. Er trilde natuurlijk ook weer wat los, maar dit keer was het makkelijk te maken. De aansluiten van de tweede accu naar de koelkast en ons oplaadsysteem had losgelaten. Door een eenvoudige handeling zat het weer vast. We konden weer verder.

Een paar honderd kilometer verderop reden we Carnarvon binnen, een stadje, niet veel bijzonders. We reden er dus ook snel weer uit. Even boodschappen doen en op naar de Blowholes, zeventig kilometer verderop. Dat is een plek aan de oceaan waar king waves op de rotsen knallen. In een plateau net boven het water met allemaal gaten erin vormen de blowholes, de spuitgaten. Als er een grote golf onder komt, spuit het water soms wel twintig meter omhoog. Naast de blowholes zit een camping, een camping zonder faciliteiten, alleen een toilet. Daar zouden we tweeëntwintig dollar voor neer moeten tellen. Er was alleen niemand om het aan te betalen, dus hebben we er gratis gestaan.
In de ochtend gingen we naar Monkey Mia. We kwamen er ergens in de middag aan. Het is namelijk weer een paar honderd kilometer verder. Zo is de hele trip naar het noorden, een bezienswaardigheid, een paar kilometer rijden en weer een bezienswaardigheid. Soms loopt het zelfs op tot iets van vijftienhonderd kilometer tot aan de volgende bezienswaardigheid. Dat hadden wij van Karijini National Park tot Broome. Vooral de landschapsverandering is daar interessant. Erg mooi.
Monkey Mia staat bekend om haar dolfijnen. Ze komen daar zelfs aan het strand. Toeristen trekken er met honderden naartoe om de speelse zoogdieren van dichtbij te aanschouwend en het was het waard. Wij kwamen er ergens in de middag aan, maar eenmaal aan het strand zwom er één twee meter van waar wij stonden en er volgden meer. Ze begeven zich vaak langs de kustlijn. Elke ochtend is er rond kwart voor acht een ranger die een verhaal over de dolfijnen houdt, waarna jong en oud de dolfijnen met vis mag voeren. Er zit in Monkey Mia een onderzoekscentrum waar ze voornamelijk het gedrag van de dolfijnen bestuderen. Die ochtend waren wij erbij en we zagen er wel een stuk of acht. Allemaal wachtend op de vis, sommige dolfijnen lagen voor de foto te poseren op twintig centimeter van het strand. Erg ondiep, maar dat schijnen dolfijnen te kunnen hebben. Als ze zich p het strand gooien, rollen ze zichzelf zelf zo weer terug de zee in. Erg leuk om mee te maken. Op het strand waren ook veel pelikanen te vinden en om de camping heen ontzettend veel emoes, die soms met vijf kuikens rondliepen op zoek naar eten. We liepen er gewoon tussendoor. Ze zijn niet agressief. Een hele belevenis dus in Monkey Mia, waar ze die naam vandaan hebben gehaald weten we nog steeds niet.

We reden de volgende dag naar Coral Bay, een ontzettend mooi en wederom toeristisch gebied met turquoise water waar je ongeveer vanaf twee meter vanaf de kust kunt beginnen met snorkelen. Dat was echt ideaal. Geen tientallen meters zwemmen om koraal te zien het ligt praktisch voor je voeten. We zagen er echter voornamelijk grijs koraal, wel veel vissen en één grote, levende Tridacna schelp. Het viel ons aan de kust een beetje tegen, maar dat komt waarschijnlijk door de vele mensen die daar een kijkje willen nemen. Er gingen ook boten met een glazen onderkant (glassbottomboats) verder de zee op om wat meer te bekijken, maar dat hebben wij overgeslagen. Coral Bay grenst aan het Ningaloo Reef, op dezelfde hoogte als het Great Barrier Reef, maar dan aan de andere kant van Australië. Het schijn net zo mooi te zijn, maar het is het onbekendere broertje. Op naar Exmouth, waar het Cape Range National Park van ongeveer zeventig kilometer lang compleet aan hetzelfde rif grenst en waar je op tientallen stranden je snorkel kunt pakken en de oceaanbodem met één been in de zee meteen kunt gaan verkennen. Bij het visitor centre werden we verwelkomd door een eagle met haar kuiken. Beide keken vanuit het nest in een zendmast over de rand naar beneden. Erg mooi. We vonden het park verder vergelijkbaar met Coral Bay en omdat het die dag zevenendertig graden was, snorkelden wij niet al te lang. We waren snel bijgekleurd. Er zitten in dit gebied ontzettend veel Manta Rays, haaien, zeekoeien, dolfijnen en walvissen. Die laatste hebben we weer zien springen in de verte, net achter het ondiepe koraalrif, een paar honderd meter uit de kust. Toen we uit Exmouth reden, moesten we zeventig kilometer rijden naar de eerste gratis kampeerplaats. Deze lag tussen termietenheuvels (Termite Mounds) en midden in kilometers red dirt en af en toe een struikje. De pakeerplaats, want dat is wat het was, stond vol. Vol toeristen die niet op een betaalde en dure camping in Exmouth of in het nationale park wilden staan. Alles was er betaald. Na onze overnachting moesten we nog een paar honderd kilometer afleggen voordat we de Coral Coast verlieten en de Pilbara inreden. Dit gebied zit vol met wilde koeien, paarden, geiten en schapen, rode schapen.. omdat ze in het rode zand leven. Echt grappig om te zien. Dit vee behoort tot een cattle station (een grootveebedrijf) of is ooit losgebroken en loopt wat rond in de Outback. Cattle stations bezitten meestal koeien, duizenden, want het land van zo’n boerderij is soms zo groot als Nederland. Er zit zelfs een cattle station die zo groot is als heel Duitsland. Houd dan je hekken, die meestal uit palen met daartussen metaaldraad bestaan, maar eens in de gaten. Precies, die koeien ontsnappen makkelijk. Om sommige cattle stations staat zelfs geen hek. Dat wordt afgezet door af en toe een veerooster. Het is in ieder geval best gevaarlijk om er tussendoor te rijden. Het is goed oppassen als je iets op of langs de weg ziet lopen. Het vee steekt namelijk nogal langzaam over. Het stikt er van de eagles. De roofvogels azen op het dode vee. Door de vele roadtrains wordt er veel vee aangereden, ook kangoeroes overigens. Omdat het er droog is, liggen de koeien soms ook gewoon langs de weg, omdat ze zelf door uitdroging zijn omgevallen. Soms helemaal opgeblazen door de hitten, soms als een stukje leer. Er ligt ontzettend veel.. In het gebied is het gemiddeld rond de drieëndertig graden en ’s avonds en ’s nachts rond de vijftien tot tien graden. Soms erg koud vergeleken bij de temperatuur overdag, maar dat is wel goed voor onze koelkast. Die hoeft dan ’s nachts niet aan te staan.
Het verhaal over Henk en Tina kwam in de Steenwijker Courant te staan van vrijdag 22 augustus. Hier stoppen we het verhaal even, anders wordt hij ook zo lang. We posten snel een nieuw verhaal over de Pilbara. Tot snel.

Groeten Henk en Kirsten

  • 01 September 2014 - 11:32

    Geert Veen:

    Hoi Henk en Kirsten,

    Wat weer een fantastisch verhaal.
    Leuk dat jullie de familie Fledderus hebben kunnen spreken.
    Wel erg van al die dood gereden dieren langs en op de wegen.

    Hennie en Geert

  • 09 September 2014 - 13:16

    Johan Boxem En Ankie De Vries:

    G'day Henk en Kirsten,

    Omdat ik (Ankie) jullie al een tijdje volg op deze reisblog (we kregen de tip van Lieuwe en Maaike van der Duin), wil ik ook even een reactie geven. Mijn man - Johan - en ik zijn gek op reizen en met name op Australië. Heel toevallig heeft Johan nog niet zo lang geleden nog met Henk z'n vader gesproken.
    Wij gaan over een paar maanden voor de 7e keer naar Australië, naar het gebied waar jullie net vandaan komen. Het plan is om een soort van 8 te rijden - in een gehuurde 4wd camper - te beginnen en te eindigen in Perth. Onze voorbereidingen zijn in volle gang. Heerlijke voorpret! Daarom is het bijzonder leuk om de plaatsen en de beschrijvingen van jullie te lezen. Veel er van staat ook op ons 'lijstje'.
    Ik heb indertijd de oproep in de Nieuwe Ooststellingwerver denk ik gemist: want anders had ik mijn oudste broer (Hendrik) op kunnen geven. Hij woont sinds begin jaren zeventig in Australië (nu in New South Wales - op ongeveer een uur rijden vanaf Byron Bay).
    Ik wens jullie een hele goede voortzetting van de reis en hartelijk bedankt voor de enthousiaste verhalen!

    Groeten uit Appelscha: Ankie de Vries

  • 10 September 2014 - 10:05

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen allemaal,

    Bedankt voor jullie reacties. Die beesten langs de weg zijn echt verschrikkelijk.. De roadtrains maken het de eagles en dingo's wel makkelijk op deze manier.

    Wat betreft de broer van Johan, fantastisch. Het lijkt ons erg leuk om hem in New South Wales te bezoeken. Zouden jullie Henk een email kunnen sturen met daarin de gegevens van Hendrik? Zijn emailadres is: henkvondeling1@gmail.com. Vergeet de 1 niet. Haha. Wat leuk dat jullie ook naar Australië komen.. Een 8, dat klinkt interessant. Waar gaan jullie allemaal naartoe? Ons volgende verhaal komt straks online. Ik hoop dat jullie daar ook nog wat aan hebben en de volgenden uiteraard ook.

    Groeten Henk en Kirsten

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 856
Totaal aantal bezoekers 209705

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: