De Stuart Highway - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu De Stuart Highway - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

De Stuart Highway

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

10 November 2014 | Australië, Alice Springs

We zijn weer aan het reizen. We rijden de hele Stuart Highway, die in het centrum van Darwin begint en vlak voor Adelaide eindigt. Onderweg zit veel moois, vooral aan het begin, in het midden en aan het begin van Southern Australia. Dat is nog ongeveer 2200 kilometer verder, dus dat zoeken we onderweg wel even uit.

Op een uur van Darwin zit Litchfield, een ontzettend mooi nationaal park met watervallen, wandelroutes en uitkijkpunten. Daar gaan we niet naartoe, want daar zijn we al geweest. Op een uur ligt ook de Adelaide River, waar jumping crocodiles bekeken kunnen worden. Dat is aan het begin van Kakadu National Park, wellicht het mooiste punt van de hele route. Beide punten hebben we al bekeken, dus daar rijden we ook maar voorbij. De Katherine Gorge in Katherine, het laatste punt van het mooie begin, maar ook die hebben we al bekeken. We hebben de eerste driehonderd en vijftig kilometer dus overgeslagen. Het eerste interessante punt na Katherine is Mataranka, ongeveer honderd kilometer verderop. Wij hebben die dag dus eerst vierhonderd en vijftig kilometer afgelegd om in Mataranka aan te komen. Een aangename verrassing lag daar op ons te wachten, hotsprings. Er zijn twee punten die we daar konden bezoeken, Bitter Springs en de Thermal Pool, beide rond de vierendertig graden, het hele jaar door. Daar hebben wij twee uren gezwommen. Mataranka is echt de moeite waard, helemaal na zo’n rit en een constante en benauwde drieëndertig graden en geen airconditioning. De hotsprings zijn heel helder. Zet een snorkel op en vooral bij Bitter Springs kun je een heel riviertje (een paar honderd meter) afzwemmen. Eigenlijk hoef je niet eens te zwemmen. Je wordt meegenomen door de stroming. Dat hebben wij gedaan, maar zonder snorkel. Er is niks aangelegd, alleen een trapje om er in te komen. Er zitten ook schildpadden, dus als je goed op let kun je die ook nog bekijken. De Thermal Pool is anders. Dat ligt naast een caravan park en het is voor het grootste gedeelte verbouwd. Er zitten muurtjes en trapjes aan de zijkant en in de poel zijn bankjes aangelegd. Niet verkeerd, het is heel relaxt. De waterval is het punt waar je niet verder mag en de palmbomen om de poel heen maken het af. Erg mooi. Op naar het volgende punt.

De Daly Waters Pub. Op advies van Paul, waar we een maand in onze bus in de voortuin hebben geslapen, zijn we naar een wereldbekende pub gereisd. Deze pub is bekend geworden door … Het is in de middle of nowhere en er is verder niets in de buurt, alleen een pub. Dat is grappig en dat kan in Australië. De pub hing vol met spullen van bezoekers, zoals verlopen rijbewijzen, geld en tshirts. Leuk om te bekijken. Wij sliepen naast de pub voor acht dollar per persoon. Toen we wakker werden, deed Kirsten haar driewekelijkse hardloop ronde. Ze nam een douche en we vertrokken weer.

Op naar de Devil’s Marbles. Dat zijn ronde stenen in het midden van de Tanami Desert. Ze liggen naast elkaar, balanceren op elkaar en ze vormen hele bouwwerken. Het is een gebied van een kilometer lang en een paar kilometer breed. Daar omheen zit weer niets, behalve desert. Kale vlaktes, wat struiken en wat bomen. Naarmate de reis vorderde, werd de omgeving kaler. We gingen weer op weg en we waren inmiddels alweer iets van tweehonderd en vijftig kilometer verder. De Tanami Desert ging over op de Simpson Desert als we richting Alice Springs reden. Alice Springs ligt precies op de helft. Tussendoor was er weinig te zien, op wat roadhouses na. Toen het begon te schemeren, besloten wij naar een roadhouse met camping te gaan voor een overnachting (weer 450 kilometer verder). We konden niets ontdekken wat op een camping leek, alleen een kaal grasveld met veel gaten en oude en verroeste spullen erop. We liepen de bar in, waar een ontzettend aardige man ons te woord stond. Waar komen jullie vandaan? Toen hij The Netherlands hoorde, begonnen zijn ogen te twinkelen. Moet je eens kijken, zei hij. Deze spullen heb ik uit Nederland. Hij wees naar een oude gulden, een vijfgulden munt en zelfs een vijfentwintig gulden biljet. Hij had er bonuskaarten staan, en later kwam hij met vlaggen aan en een zak vol met Nederlandse spullen. Een waar museum (meuk). Wij gaven de man ook een Nederlands artikel, mooie klompjes. Hij was er blij mee. En die camping, dat was inderdaad het kale veld. Kom maar mee, ik show jullie rond, zei hij. Veel te zien was er niet, op een toilet in hetzelfde gebouw als de pub na. Parkeer waar je maar zin hebt. Daar moesten wij wel om lachen, want we waren de enigen. Hoeveel betalen wij hiervoor? Het is gratis, zei de man. Micheal is zijn naam. We ging vervolgens maar wat eten bij hem en uiteraard hoorden daar ook twee biertjes bij. Hij was blij met ons, want druk was het er niet. Het dorpje, voor zover je het een dorp kunt noemen telt een populatie van tien mensen. Op wat roadtrains na was het er die nacht heel rustig. De volgende dag stond Alice Springs op het programma.

Alice Springs is nog eens vierhonderd kilometer verder en we kwamen er ergens in de middag aan. In Alice Springs is veel te doen, ondanks dat het midden in de woestijn ligt. Zo zijn er toepasselijke parken, zoals de Desert Park, de Reptile Centre en een opvang voor kangoeroes (ook bekend als Kangaroo Dundee op BBC2). De Flying Doctors zijn jaren geleden begonnen in Alice Springs, er is een museum, ook een museum over hoe Outbackkinderen naar school gaan en er ligt een nationaal park om Alice Springs heen, de East en de West MacDonnell Ranges. Genoeg te doen. Wij hebben ze niet bezocht, omdat we de prijzen te duur vonden. We vonden een prijs van rond de zestig dollar te duur om kangoeroes in een zakje te zien en de sterren van de show te ontmoeten. We kennen de show niet, omdat die op televisie kwam net nadat wij uit Nederland zijn vertrokken. De parken zijn ontzettend mooi waarschijnlijk, maar we proberen de dieren in het wild te spotten. We reden naar de Anzac Hill en daar hadden we een uitzicht over de stad. Er wonen trouwens rond de twintigduizend mensen in Alice Springs, best veel. We boekten een camping en we reden de volgende ochtend naar de West MacDonnell. Omdat we een beetje haast hadden, bezochten we alleen de Simpsons Gap. Dat was lekker dichtbij de stad. De rest van de interessante punten waren meer dan honderd kilometer rijden heen en weer. Op advies van Sjoerd en Kathelijne, waarmee we de Gibb River Road hebben gereden, hebben we verder niets bezocht. Zij zeiden dat de punten op de Gibb River Road veel mooier waren. We konden onze tijd beter besteden om een goede staanplaats voor onze bus in Adelaide te vinden tijdens ons verblijf van twee maanden in Nieuw Zeeland en Sydney. Goed plan. Bij de Simpsons Gap zagen we rockwallabies. Die hadden we nog nooit eerder gezien. Erg leuk om deze beesten de rotsen omhoog te zien springen. Er gaf zelfs één melk aan haar kind. Vanaf dat punt reden we naar Uluru (Ayers Rock), weer vierhonderd en zeventig kilometer verderop.

Daar bekeken we die avond één van ’s werelds beroemdste rotsen met zonsondergang. Uluru is echt ontzettend mooi, hij is enorm en de kleur met zonsondergang is fel rood. Uluru verandert dagelijks drie of vier keer van kleur. Het ligt eraan of de zon erachter, er boven of er voor staat en hij kan natuurlijk onder zijn. De felrode is, vinden wij, het mooiste. We zochten die avond een mooie slaapplaats op. Na zoveel reizen hadden we zin in een goede douche, dus besloten we in te checken bij de enige betaalbare camping, de camping van het resort naar Uluru. We mochten onze bus parkeren, maar je gelooft het of niet, we moesten parkeren op een heuvel, we konden toch niet op een heuvel slapen? Dan sliepen we scheef of rolden we tegen elkaar aan. Kirsten zei: Dan gaan we toch gewoon voor het vak staan? Dat deden we. Daar was het in ieder geval wel recht. De andere bezoekers deden dat vervolgens ook. We konden niet anders. Naast deze geweldige plekken, waren de toilethokken niet fris, dus hadden we niet echt het gevoel dat we op een resort stonden. Oja, als je je schoenen buiten laat staan in de woestijn, dus naast het Uluru Kata Tjuta National Park, ben je ze de volgende dag kwijt. Ze zijn dan meegenomen door de dingo’s, die veelal in de woestijn voorkomen.
Wel mochten we van vier zwembaden gebruik maken en werden er verschillende demonstraties gegeven, zoals boemerang werpen en speerwerpen. Ook werden er markten gehouden. Gezellig, maar we konden er helaas geen gebruik van maken. We vertrokken de volgende ochtend, na een flinke storm, naar Kata Tjuta, oftewel De Olga’s. Het gebergte ligt 57 kilometer verderop. De bergen, rotsen zijn rondgevormd, weer erg bijzonder. We deden er een wandeling doorheen van iets meer dan zeven kilometer. Als het die dag warmer dan 36 graden wordt, wordt de wandeling gesloten om elf uur. Gelukkig was het niet al te warm die dag, rond de 32 graden. Wij konden de route dus rustig lopen. We zagen onderweg een paar ontzettend mooie uitzichtpunten en ook kwamen we onderweg veel zebravinkjes tegen. Wat een mooie beestjes. Jullie vinden een paar foto’s onder het verslag. We deden er nog een track, van 2,6 kilometer. Voor de mensen die deze wandeling willen maken, het is geen aanrader. Er is weinig te zien.

Op de naar Uluru bezochten we het Cultural Centre. Daar waren Aboriginals uit de buurt aan het schilderen. In een winkel daarnaast waren verschillende schilderijen, maar ook andere gemaakte voorwerpen te koop. Als je iets koopt, krijg je de betekenis, de geschiedenis en informatie over de maker erbij. Wij besloten een schilderij te kopen. Erg leuk om iets van deze bevolking te kopen, iets wat met achterliggende gedachte gemaakt is en origineel is. Daarna reden we naar Uluru om de rots van dichtbij te bekijken. Bezoekers mogen er omheen lopen, de rots mag zelfs beklommen worden. Wij vonden de rots van dichtbij tegenvallen. De ronde er omheen is meer dan tien kilometer, dus gingen wij een klein stukje lopen. We beklommen hem niet uit respect voor de Aboriginals. Zij willen het liever niet in verband met spirits. Ook is het beklimmen gevaarlijk, er zijn al verschillende mensen af gevallen en die hebben het niet overleefd. De klim is soms wel rond de zeventig graden omhoog. Recht omhoog. Wind is ook erg gevaarlijk. Het weer kan zo omslaan en je hebt nergens, op een klein touwtje na, om je aan vast te houden. Genoeg daarover. We zijn na een zeer kleine wandeling weer vertrokken naar onze slaapplaats, vlak buiten het nationale park. We sliepen op een gratis kampeerplaats langs de weg en we hadden vanuit daar uitzicht op Mount Conner. Er stond veel mist, dus we konden de berg helaas niet goed zien. De volgende dag hadden we een dag vol rijden op het programma staan. Het was nog meer dan 650 kilometer naar Coober Pedy, de volgende stop.

De Simpson Desert werd ingeruild voor de Great Victoria Desert. Het werd kaler en kaler tot alleen gras en zand. Onderweg vonden veel uitzichtpunten, vooral punten waar je honderden kilometers ver weg kunt kijken. We zagen veel roadkill langs de weg, dit keer, naast de kangoeroes veel emoes en vier dingo’s. We hebben er helaas geen levende gezien. We zagen er wel een keer één in de Kimberley, maar dat was in de schemering.

Coober Pedy is een zeer vreemd dorpje. Iedereen leeft er onder de grond, althans dat was vroeger zo. Nu leven er ook mensen boven de grond. Boven de grond is het meestal te heet. Het wordt er soms wel 45 graden. Coober Pedy is naast de vreemde uitzichten - je ziet veel luchtpijpen uit de grond steken - de Opaalhoofdstad van de wereld. Ook vreemd: de opgraafpunten lijken op megamolshopen.. en deze dingen zijn niet de enige dingen die het stadje te bieden heeft. Hotels, appartementen, kerken en restaurants, ze zijn allemaal onder de grond te vinden. Wij hebben een ondergronds appartementje geboekt en we konden die nacht lekker koel slapen. Een hele leuke belevenis. Musea zitten ook onder de grond. Daar bekeken de we volgende ochtend hoe ze vroeger ondergronds leefden. Sommige mensen hebben een ondergrondse woning gemaakt, waarna ze ontdekten dat ze in een opaalmijn woonden. Dan ben je dichtbij je werk. In de mijn, waar ze in de beginjaren via een schacht naar beneden moesten klimmen. Deze mijn bezat het enige ondergrondse postkantoor ter wereld. De mijn is nu gesloten.

Het is trouwens verboden om te rennen of om achteruit te lopen in Coober Pedy. Er zitten te veel gaten in de grond die niet aangegeven zijn. Te gevaarlijk dus. Niet dat veel mensen van plan zijn om achteruit rond te lopen, maar goed. Na ons bezoek gingen wij rijden, rijden, rijden en nog eens rijden en zagen wij kale vlakten, gras, zand, red dirt en af en toe een bosje tot aan Port Augusta. Een ritje van weer ongeveer 650 kilometer. Vanuit daar moesten we nog ongeveer tweehonderd kilometer tot aan Adelaide. Er was niet heel veel noemenswaardigs te zien onderweg. Alleen de zee was nieuw. We kwamen acht dagen na vertrek uit Darwin aan in Adelaide. Daar boekten we een camping voor drie nachten. We bezochten onze vriend William, die we al eerder ontmoetten in Rusland en in Darwin. Hij woont in de Adelaide Hills met zijn vrouw. Hij zei: Waarom komen jullie niet een nacht bij mij slapen? We annuleerden de laatste geboekte nacht op de camping en we reden naar zijn woning. Onze bus stalden we onder zijn carport en hij bood zelfs aan om onze bus bij hem te stallen tijdens ons verblijf in Nieuw Zeeland. Daar zeiden wij natuurlijk geen nee tegen. William heeft een ontzettend mooie tuin, waar Koala’s leven. We hebben er verschillenden in zijn bomen zien zitten. Wat was dat genieten. Jammer genoeg hadden we niet al te veel tijd om veel van Adelaide te zien of een mooie wandeling te maken door zijn tuin of het gebied er omheen. Dat doen we als we terugkomen. We zijn afgelopen vrijdag door William naar het vliegveld gebracht en we vlogen vervolgens via Sydney naar Christchurch in Nieuw Zeeland. We wachten hier op onze vriend, Niek, waar we de eerste maand mee rond gaan reizen. Dat bewaren we natuurlijk weer voor in ons volgende verslag.

Het verhaal over emigrant Tino Vissers is inmiddels gepubliceerd. Het verhaal over de oud Waarlenaar (nu wonende in Perth) staat in De Schakel van afgelopen week.

In Nieuw Zeeland bezoeken we hopelijk acht emigranten. Het gaat om Astrid en Lucas Stegeman die oorspronkelijk uit de Dalerpeel komen. Zij wonen nu beide in Christchurch. Familie Van Velthoven verhuisde van Waalre naar Dunedin. Ronald Grim ruilde Lelystad in voor Cambridge, Aafke de Boer - Klijker woonde in Fochteloo. Nu geniet zij in één van de noordelijkste puntjes van het Noorder eiland, Dargaville en Wout van Dijk uit Oudendijk bezoeken wij in Rotorua.

Groeten Henk en Kirsten

  • 10 November 2014 - 12:52

    Geert Veen:

    Hoi Henk en Kirsten,
    Dat was me het tochtje wel, zoveel kilometers in acht dagen.
    En dan te bedenken met die hitte zonder airco.
    Mooie foto's van de zebravinken, ik heb een spannetje in mijn volière.
    Mocht je Aafke de Boer-Kleiker bezoeken, doe haar dan groeten van mij.
    Aafke was vroeger in Fochteloo een buurmeisje van mij.
    Ik was bevriend met haar, inmiddels overleden broer Kornelis.

    Mvg,

    Hennie en Geert Veen

  • 10 November 2014 - 19:58

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen Hennie en Geert,

    Dat was inderdaad een tochtje. Meer rijden en om ons heen kijken dan punten die we bezochten. Het is de bedoeling om mevrouw De Boer - Klijker te bezoeken. Ze heeft nog niet op ijn email gereageerd, dus ik zal haar even proberen te bellen binnenkort. Ik zal de groeten zeker doen. Toevallig dat het jouw buurmeisje was. Ik zal er een mooi, lang verhaal van maken. Die Zebravinkjes zijn echt prachtig. Volgens mij hebben we daar de meeste foto's van, haha.

    Groeten Henk en Kirsten

  • 15 November 2014 - 14:57

    Sieneke Sijbring:

    Hey Henk en Kirsten, ik heb net jullie laatste reisverslag gelezen. Wat maken jullie toch een fantastisch mooie wereldreis! Ik las dat jullie Aafke de Boer Kleiker gaan opzoeken!volgens mij is zij familie van Sytze de Boer! Niek heeft zijn telefoon nummer en kan hem ook vinden op Facebook ! Wij zijn familie , nogal ver, maar jullie zijn most welcome ( dit zijn zijn woorden ). Hij weet dat Niek in NZ is! Hartelijke groeten en lekker genieten met elkaar, Sieneke

  • 15 December 2014 - 01:35

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen Sieneke,

    Het is inderdaad een fantastische reis tot nu toe.. met Niek was ook weer super leuk! Wat is de wereld toch mooi. Niek vertelde inderdaad over Sytze de Boer. Is het niet dat we het helemaal vergeten zijn in te plannen toen hij er was.. We hadden een beetje haast af en toe. En ik heb ook zijn adres niet gekregen, helaas. We zitten nu weer op het Zuider eiland en we gaan ook al bijna weer weg. We hebben drie personen bezocht. Slechts één daarvan komt in de Nieuwe Ooststellingwerver. De andere twee in een andere krant van Boom Uitgeverij en in Altena Nieuws. Op het Zuider eiland bezoeken we hopelijk nog twee.. Misschien kunnen we Sytze de Boer bellen.. al is dat natuurlijk lang zo leuk niet.. Jammer! Het volgende reisverslag.. met Niek.. komt eraan!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 1257
Totaal aantal bezoekers 209728

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: