Rondreizen, nu per minivan en druiven plukken - Reisverslag uit Perth, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu Rondreizen, nu per minivan en druiven plukken - Reisverslag uit Perth, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

Rondreizen, nu per minivan en druiven plukken

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

22 Maart 2014 | Australië, Perth

Perth, zomer, 38 graden, geen regen meer, eindelijk. We vlogen op 17 februari naar Perth, omdat we niet met een minivan vanuit Darwin naar Perth konden rijden. Inmiddels zijn we alweer een maand in Western Australia. We kwamen aan en we hadden al een accommodatie geboekt. Het is hier hartje zomer, dus het is druk. Van te voren hadden we al contact gezocht met de vier emigranten die we in Perth en omgeving zouden bezoeken. Henk en Annie van Poppel stelden daarna voor om ons op te halen van het vliegveld. Zelf wonen zij ongeveer een half uur rijden daar vandaan. Wij zeiden wel een taxi te kunnen nemen, maar zij vonden het echt geen probleem om ons op te halen. Over Brabantse gastvrijheid gesproken.. Ze boden ons ook meteen aan om bij hen te komen slapen. Uiteraard vonden wij dat leuk, zo konden we het interview extra uitgebreid afnemen. Maar eerst even kennis maken op het vliegveld.

Henk en Annie van Poppel zetten ons af bij onze verblijfsplaats in Perth, ongeveer vijf minuten lopen vanaf het centrum. We zeiden het al eerder, het is hartje zomer in Perth, dus de kamer die wij hadden geboekt zat vol en wij werden geüpgraded omdat we geboekt hadden. We verbleven vier dagen in een appartementje met een eigen keuken en een badkamer. Het enige nadeel was dat we geen airconditioning of een ventilator hadden. We hadden het niet snikheet, maar het was niet erg aangenaam in de kamer. Wel konden we de Olympische Spelen live volgen op onze eigen televisie. We hadden een redelijk goedkoop verblijf, omdat we zelf konden koken en de bussen in het hele centrum van Perth gratis zijn. Er waren vier bussen, de Red, Blue, Yellow en de Green Cat. Deze bussen reden allemaal naar een ander uiteinde van de stad. We liepen eerst een rondje door het autovrije centrum, waar nog veel koloniale huisjes staan. Het oude en het moderne staat allemaal door elkaar. In het midden van de rivier, die langs het centrum stroomt, ligt een eilandje, Heirisson Island. Dat is een eiland vol met kangoeroes. Die hadden we nog niet eerder gezien.. Met de Green Cat reden we daarna naar Kings Park. Vanaf daar hadden we een mooi uitzicht over het stadscentrum. Elke avond komen er veel mensen naar het punt om van het uitzicht te genieten. Het viel ons niks tegen, zie de foto’s.
De volgende dag vertrokken we naar Pinguïn Island, een eilandje naast de wijk Safety Bay. Op het eilandje leven ongeveer 1200 pinguïns, die je als je vroeg in de ochtend of laat in de avond op het eiland bent, regelmatig tegen kunt komen. Je kunt naar het eilandje toelopen als het eb is, het diepste punt is dan ongeveer anderhalve meter diep. Wij vertrokken met de ferry, die elk uur heen en weer vaart (in vijf minuten ben je er), mede omdat er mensen zijn verdronken toen ze naar het eiland liepen. De stroming schijnt nogal sterk te zijn. We namen een vroege boot om hopelijk nog een pinguïn te zien, maar helaas. Het was al te warm om 10:00 uur. Wel hebben wij een hele kolonie pelikanen kunnen bekijken. Ze zaten er wel met z’n honderden. Ze vlogen om ons heen, ze zwommen vlakbij ons langs en ze genoten van de zon. Het was die dag weer rond de 38 graden. Wij hadden Pinguïn Island binnen een uur wel bekeken, omdat er geen bomen staan en bijna geen schaduw is. De derde dag was alweer aangebroken. We vertrokken naar Fremantle, een stadje op ongeveer dertig minuten rijden met de trein van Perth. Het stadje staat bekend om haar mooie stranden, de Little Creatures brouwerij en natuurlijk om de Fremantle Dockers (Ja, Annie, speciaal voor jou) , een Australian Football team. Wij bekeken de stranden en we namen na afloop een goed glas bier van Little Creatures, echt een aanrader. Oja, ’s middags, toen we terug waren, bekeken we nog een busje, die mogelijk geschikt was om onze reis mee te vervolgen. Te klein. Dat was de nummer vijftien die we bekeken. We bleven doorzoeken.

Op dag vier vertrokken we vroeg met de trein naar Armadale. Daar werden we van het station gehaald door Henk en Annie van Poppel. Op weg naar hun woning stelde Annie voor om twee dagen bij hun te blijven. Henk van Poppel vertrok maandag voor een veertiendaagse wandeltocht door de bush. Hij loopt en slaapt ook helemaal alleen in de middle of nowhere. Wat een avonturier. De tocht, de Bibbulmun Track, voert tussen Perth en Albany, in het zuiden van West Australië. Hij heeft de tocht twee keer in één keer gelopen. Het is een tocht van ongeveer duizend kilometer en het slapen gebeurt in speciaal daarvoor aangelegde hutten. Af en toe is daar een douche bij gebouwd, maar vrijwel altijd een toilethok en op een barbecue kan gekookt worden, helemaal één met de natuur. Maar eerst het weekend. Henk van Poppel was jarig op zaterdag. We maakten kennis met hun dochter Francis en haar Nederlandse vriend, Rob de Croon. Zij hebben elkaar in Nederland leren kennen tijdens een vakantie van Francis. Er was nog een ander stel op Henk zijn verjaardag, Michel en Gail van de Moosdijk. Michel is één van de oprichters van het metal- en hardrocktijdschrift Aardschok. We raakten aan de praat en wat blijkt? Zijn allereerste stagiaire bij het tijdschrift is nu Henk (mijn) collega. Wat is de wereld soms klein. Michel is ook nog eens in Helmond geboren. Dat kwam goed uit. Nu konden we hen ook nog interviewen voor een krant in Brabant.

Met Henk en Annie zijn we nog naar een aantal national parks geweest, waaronder Yanchep National Park. Daar hebben we voor het eerst koala’s gezien. We zagen er ongeveer zeven. Wat een mooie beestjes. Op maandag ging Henk van Poppel wandelen en Annie vroeg of wij nog een paar dagen bleven. Gezellig dat het was, zeiden wij uiteraard ja, dat willen wij graag. We hebben nog een paar national parks met haar bekeken, zij nam ons mee om nog twee bussen te bekijken en we namen haar mee uiteten. Toen we na die twee dagen nog geen minibusje gevonden te hadden, hebben we een afspraak gemaakt met een Belgisch stel. We bekeken hun Mazda E2000 uit 1997. Deze bus was erg mooi, hij reed goed en zij hadden er ook nog eens alle geschiedenis bij. Zij hadden bewijs van een laatste keuring van twee weken daarvoor. Er bleek helemaal niks mis met de bus, dus besloten wij hem te kopen na een proefritje te hebben gemaakt. De bus was zo goed als roestvrij en na ongeveer achttien busjes bekijken, weten wij inmiddels een beetje waar we op moeten letten. We maakten een afspraak voor de overdracht op vrijdag 28 februari. Hieronder vinden jullie een paar foto’s van ons nieuwe huis op wielen, eindelijk. We kochten deze wagen voor 5000 dollar en daar kregen we hun hele interieur bij. Ze lieten niet alleen alle gereedschap achter, ook de reserve water- en benzinetank, vier opruimboxen, een koelkast, een navigatiesysteem, pannen, bestek, ander keukenspul, kookgerei, een gasstel met een half volle gastank, een solarshower, een waslijn, wasknijpers, een parasol, een tafel, twee stoelen, een beetje te veel luxe is de speakers die je op je laptop aan kunt sluiten, mocht je een film willen kijken of muziek willen luisteren, heb je erg goed geluid, gordijnen, extra koelvloeistof, olie, een tweede accu, zodat we dingen kunnen opladen en aan kunnen laten staan, zoals de koelkast, een zonnepaneel voor extra stroom, kleinere spullen, zoals een hoofdzaklamp, toiletrollen en plakband en natuurlijk heel belangrijk een ingebouwd bed met een matras en een deken. Het bed is trouwens ook nog eens om te bouwen tot een bank, echt super mooi.

Wij probeerden de auto meteen uit door een paar rondjes in Perth te rijden. We maakten definitieve afspraken met de andere emigranten in Perth en Francis en Rob nodigden ons uit om het weekend bij hen te komen logeren. Zij waren het hele weekend vrij en maandag ook wegens een public holiday. Super leuk, dat doen we, zeiden we. Op de vrijdag, voordat we ons busje kochten, bezochten we de tweede emigrant, Tino Vissers uit Waalre. Hij woont al 32 jaar in Perth. Hij is als backpacker voor een jaar naar Australië gekomen, waarna hij het er zo naar zijn zin had, dat hij een jaar later weer terug ging, maar toen voorgoed. Wanneer het verhaal over Tino Vissers in de krant te lezen is, is nog niet bekend. Wij interviewden Tino tijdens een rondrit door Perth, de wijk waar hij woont en verschillende woningen bezat en in een strandpaviljoen. Daarna reden we naar Fremantle, waar we wat gingen eten en vervolgens de minibus kochten. We werden er door Tino afgezet. De twee Belgen verbleven in een hostel daar vlakbij en wat ontzettend toevallig was is dat Tino precies naast onze te kopen bus parkeerde. De twee Belgen keken ons aan en zeiden: ‘Jullie zijn vroeg.’ Waar wij meteen op in haakten: ‘Dat klopt, per ongeluk hier geparkeerd, haha. We houden de afgesproken tijd aan.’ We aten wat met Tino in een naastgelegen restaurant, waarna we naar de Belgen vertrokken. Daar dronken we wat mee in een naastgelegen café en we betaalden hen, waarna wij in het trotse bezit waren van onze bus.

Trots reden we terug naar Annie om onze nieuwe aanwinst te laten zien. We verbleven die nacht voor het laatst bij haar in huis. Zaterdag spraken we met Arie en Jenny Timmers af. Zij wonen er even lang als Henk en Annie van Poppel en Tino Vissers, sinds 1982. Zij zijn beide rond de zeventig jaar oud en vanaf hun balkon hebben zij uitzicht op de Indische Oceaan. Ook dit verhaal moet nog gepubliceerd worden. Daarover later meer. Na het interviewen reden we naar Francis en Rob. We zijn met hen naar de bioscoop geweest om Wolf Creek 2 te kijken. Dat is een Australische horror. Het gaat over backpackers die door het ontzettend verlaten gebied bij Wolf Creek reizen. Wolf Creek ligt in het noorden, vlakbij The Kimberley, een gebied waar op sommige plaatsen nog nooit mensen zijn geweest. Daar woont een man die voorbijgangers de stuipen op het lijf jaagt en ze vervolgens afslacht. Verder hebben we met hen in een meer gezwommen. Ze namen hun kajaks mee en na afloop zijn we uiteten geweest. Erg leuk allemaal. Het was de laatste dag voordat wij weer op reis gingen, dit keer met onze eigen bus. Op zondag gingen we bij Michel en Gail van de Moosdijk langs. Daarna gingen we, na een gezellige barbecue, op pad. We kregen nog veel spullen mee van Michel en Gail, waaronder hagelslag, ontbijtkoek, overblijfselen van de barbecue, koekjes en jus d’orange, een heel overlevingspakket. Erg aardig. De hagelslag, daar doen we gelukkig nog steeds mee. Hun verhaal zal binnenkort gepubliceerd worden, ik laat jullie erover weten.

We reden die avond niet te ver, omdat het erg gevaarlijk is om te rijden als het donker is. Dat is niet omdat de wegen slecht zijn, maar vanwege de vele kangoeroes die over de weg springen. Even niet opletten en je kan zomaar een flinke deuk in je auto hebben. We reden voorzichtig, want het was al vrij donker. Onze eerste nacht in onze bus slapen, best spannend. We keken in onze Camps Australia 6, een boek / gids die we bij de bus hadden gekregen van de vorige eigenaren. Daarin staan vrijwel alle campings in de regio, waaronder de gratis varianten. Daar zijn er nogal veel van. Net voorbij Byford, een half uur vanuit, was zo’n gratis camping. We sloegen af en met Wolf Creek 2 in ons achterhoofd hoopten we op meerdere campers of tenten. Het lag langs de snelweg in een donker bosje. We reden de hoek om en gelukkig, er stonden andere mensen, best veel overigens. Wij maakten ons klaar voor de nacht en we gingen slapen, al best vroeg, wat hier normaal is in Australië. De meeste mensen liggen hier voor 22:00 uur wel op bed. Dat komt waarschijnlijk omdat het hier om 19:00 uur al donker is. Wij vonden het niet erg. Op zo’n donkere plek is toch niks te doen. We hebben geen bereik en we kunnen beter vroeg opstaan om zoveel mogelijk van de dag mee te pikken. Als het licht is, kunnen we dingen zien. We besloten dus op te staan zodra het licht was.

We waren de nacht goed doorgekomen en we rolden van het bed zo achter het stuur, op naar een toilethok, ergens. We kwamen op de weg naar Busselton een tankstation tegen met een toiletgebouwtje met een kraan. Daar hebben we onze tanden gepoetst en na wat gegeten te hebben, vervolgden we onze reis naar de eerste stop. In Busselton hadden we weer een gratis camping gevonden in de Camps 6, dus besloten we daar, na een hele dag dingen bekijken, te overnachten. Busselton staat bekend om de langste Jetty ter wereld. Als je de zee in loopt, wordt het amper dieper. De Jetty is bijna twee kilometer lang en als je aan het einde staat is de oceaan nog maar iets van vijf meter diep.
De volgende dag, na een overnachting op een wederom druk bezette camping, douchten we ons in de oceaan. De gratis campings hebben meestal weinig faciliteiten, logisch. Gelukkig zijn er in de meeste plaatsjes of op toeristische plekken meestal wel douchehokken en toiletten. Naast het strand vonden we gelukkig ook een waterpunt om het zout weer van ons af te spoelen. Er zijn zelfs barbecues en waterpunten om je drinkwater bij te vullen. Zo leven wij nu vaak. We koken op de bakplaat van een barbecue of uiteraard op onze eigen twee gaspitjes achterin onze bus. Fantastisch.

Na ons opgefrist te hebben, reden we richting Yallingup via de beroemde Caves Road. Onderweg zijn we uiteraard veel gestopt om de mooie uitkijk- en toeristische punten te bekijken. Het wemelt er van. In Yallingup bekeken we de Ngilgi Cave, een mooie grot. Yallingup staat ook bekend om de mooie stranden en de hoge golven voor de surfers. Na onshaar in de plooi gedaan te hebben, schoven we voor de webcam voor een sollicitatiegesprek via Skype met een uitzendbureau. Zij hadden meteen werk voor ons, maar wel een uur rijden in het noorden van Perth. Dat was wel weer de hele andere kant op. We zeiden dat werk toe, maar we zeiden wel dat we er twee dagen later op terug zouden komen. We waren namelijk bijna in Margaret River, het wijngebied van West Australië. Daar is het druivenplukken aan de gang en wie weet kunnen wij hier ook wel beginnen. We kwamen er een dag later aan.

We hebben eerst een wijntour geboekt. Er zitten hier ongeveer 130 wineries en we vonden dit wel een leuke kennismaking. We gingen eerst nog even op zoek naar werk. We meldden ons aan bij verschillende uitzendbureaus en we kwamen prompt bij een uitzendbureau die mensen zocht voor de dag daarna. We hebben het uitzendbureau in Perth afgezegd en we zijn hier na de wijntour meteen begonnen. Het was een baan in de wijngaarden. We moesten rond vijf uur opstaan om ons een uur later te melden bij het kantoor. Daar verzamelden we ons met een hele groep. Vervolgens reden we naar een winery en begonnen we rond half zeven te plukken. We kregen te horen hoe alles moest en dat alle druiven ongeveer voor tien uur in de ochtend geplukt moesten zijn vanwege de kwaliteit van de druivensuikers. De tijd vloog om. We hadden een hele leuke groep en het werk was niet zwaar. We moesten een emmer van tien liter vullen met trossen druiven en per emmer kregen we betaald. Hoeveel je krijgt per emmer hangt af van de moeilijkheidsgraad van het knippen. Sommige druiven hangen erg tussen de bladeren, sommige wijngaarden hebben een dubbele rij druiven boven elkaar, soms zitten er slechte druiven tussen, soms zijn de druiven verdroogd of aangevreten door vogels of kangoeroes en soms moeten we onder netten staan te knippen. We hebben de zondag erop niet gewerkt. Dat doen ze bijna nooit. Omdat we om half elf al vrij waren, bleven we in onze auto zitten en reden we door richting Augusta. Dat is een plaatsje hier ongeveer zeventig kilometer vandaan. We hadden toch alles al bij ons. We moesten maandag wel weer terug zijn, omdat er weer geknipt moest worden. Meteen werk, het kon niet beter. Ook al werken we maar vier of minder uren per dag, de dagen worden wel afgetekend als een volle dag werken. We gaan namelijk voor onze regional dagen, zoals ik eerder vertelde. Daarvoor moet je achtentachtig dagen acht uren per dag werken. Nu dus iets minder. Mooi meegenomen. We verdienen wat en we kunnen ook nog eens bijna de hele dag leuke dingen doen, terwijl we wel onze dagen afgetekend krijgen.

Op de weg richting Augusta kwamen we verschillende mooie punten tegen, maar één van de mooiste dingen was toch wel het Karri Forest, echt een sprookjesbos. Bij binnenkomst stond dan ook een officieel verkeersbord met daarop twee elfjes, grappig. We zijn meteen uitgestapt om daar een wandeling te maken. Deze Karri bomen groeien alleen maar in het zuiden van West Australië, erg bijzonder. We vervolgden onze reis richting Augusta, waar we een paar stranden hebben bekeken om vervolgens terug te keren naar het sprookjesbos. Daar was namelijk een camping, waar wij hebben geslapen. We hebben geen douche getroffen, dus hebben we daar voor het eerst onze solar shower gebruikt. Koud, want we hadden haast, maar weer schoon, vertrokken we naar Hamelin Bay. Niet alleen een mooi strand, je kon er ook nog eens stingrays (pijlstaartroggen) treffen. Zij zwemmen daar vlak langs het strand en we hebben er ongeveer vijf gezien. Ze waren allemaal ongeveer twee meter lang. Wat een mooie beesten en zo dichtbij het strand. De stofzuigers van de zeebodem zijn vrij gevaarlijk, dus hebben we ons maar niet in het water gewaagd daar.

We vergeten de wijntour helemaal. Die was leuk. We kregen behoorlijk volle glazen en ons werd geleerd hoe we moesten proeven. De wijn ging naarmate de dag vorderde steeds lekkerder smaken. We gingen ook nog langs drie brouwerijen, een chocoladefabriek en een kaasfabriek. We hebben er van genoten, al was het wel een beetje duur, tachtig dollar per persoon, terwijl we als we zelf rondreden hetzelfde en nog meer konden bekijken voor niks. Alle wineries bieden gratis proeverijen aan en in de chocoladefabriek kun je maar raak eten. Goed, dan hadden we niet meer naar huis kunnen rijden. Maar ja, dat had ook niet gehoeven, ons huis stond op de parkeerplaats. We hebben uiteindelijk de hele week gewerkt voor het uitzendbureau. We hebben dus al zes dagen van de achtentachtig dagen, die we nog nodig zijn voor ons second year visa, afgesnoept.

We hebben een camping opgezocht om te overnachten tijdens ons werken in Margaret River. De gratis campings zijn iets te ver rijden. We vonden een camping op ongeveer tien minuten rijden van het centrum en we betalen daar voor twee personen vijfentwintig dollar per nacht. We troffen er meteen collegaknippers. De camping heeft wel wat van een hostel, maar in plaats van de kamers waar je normaal op slaapt, heeft iedereen hier een eigen plaatsje waar ze staan met hun busje of tent. Erg gezellig. De camping biedt een keuken met alle faciliteiten, een toilet- en douchegebouw en er staat zelfs een televisie en een pooltafel. In dat gebouw komen alle werkers ’s avonds samen tot niet al te laat, want de volgende dag moet er weer gewerkt worden. ’s Avonds worden wij vergezeld door Kookaburra’s, niet omdat we zo goed kunnen zien, maar door hun zingen. Het is een soort lachgeluid, prachtig. Elke avond rond half zeven krijgen we een concertje. We zien ze overigens overdag regelmatig vliegen. Wat een ontzettend mooie beesten. Zie de foto’s hieronder. Ons plan is om hier nog eventjes te blijven, het druivenplukseizoen loopt namelijk over ongeveer twee weken af. Daarna proberen we nog wat ander werk te vinden in deze regio of iets verderop en we gaan nog een aantal dorpen, gebieden en national parks bekijken. Daarna gaan we via Perth weer naar het noorden. Het begint in het zuiden steeds kouder te worden, dus de warmte van Darwin wordt steeds aantrekkelijker. We hebben na afgelopen vrijdag al heel wat meer bekeken, omdat er doorgaans niet in het weekend gewerkt wordt. Daarover meer in ons volgende verhaal.

  • 22 Maart 2014 - 12:03

    Geert Veen:

    Hoi Henk en Kirsten,

    Wat er een super leuk verhaal, vol mooie en interessante belevenissen.
    Ook hele mooie foto's van de natuur, geweldig allemaal.
    Vraag mag je met een Nederlands rijbewijs rijden in Australie?

    Mvg,

    Hennie en Geert Veen

  • 28 Maart 2014 - 04:44

    Henk En Kirsten :

    Dank jullie wel. Dit gebied is inderdaad heel mooi. Over het rijbewijs. Volgens mij mag je drie maanden met een Nederlands rijbewijs in Australië rijden. Als je langer wilt rijden, zoals wij, kun je met je Nederlandse rijbewijs naar de ANWB gaan, die hem vertaald, zodat je hier kunt rijden.

  • 06 April 2014 - 17:51

    Martijn:

    Ik heb de afgelopen 3 weken jullie verhalen gelezen!
    top avonturen en goed geschreven.
    Succes met jullie avonturen.
    Groeten uit Barendrecht

  • 10 April 2014 - 14:28

    Bas:

    Wat betreft je rijbewijs, de regel hier is dat zolang je de intentie hebt om weer terug te gaan naar het land van herkomst je je rijbewijs niet om hoeft te zetten naar een Australisch rijbewijs. Vooral op een tijdelijk visum, zoals jullie hebben, is dit geen probleem. Wij hebben ons rijbewijs pas omgezet naar een Australisch rijbewijs na 3.5 jaar toen we permanent resident geworden zijn.

  • 12 April 2014 - 02:21

    Tina Fledderus :

    Leuk om te lezen. We zien jullie wel een keer verschijnen?
    Kan zo hier camperen met de bus. Plek zat!

  • 16 April 2014 - 08:06

    Henk En Kirsten :

    Bedankt Martijn. We hopen nog een tijd zo door te kunnen gaan. Bas, wij werden wel verzocht dit te doen. Misschien is het in de loop der jaren veranderd. Tina, we zitten nu in Esperance. We vertrekken hier over twee dagen om naar Kalgoorlie te rijden en daarna komen we richting jullie. Kijk er naar uit. Tot snel.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 1653
Totaal aantal bezoekers 209743

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: