De parel van de Pilbara - Reisverslag uit Tom Price, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu De parel van de Pilbara - Reisverslag uit Tom Price, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

De parel van de Pilbara

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

10 September 2014 | Australië, Tom Price

Het is tijd voor de Pilbara, een deel van Australië waar wij heel erg naar uitkeken. Een deel dat meer weg heeft van woestijn dan van bush en waardoor de staat Western Australië zo duur is geworden om te wonen. Toen we er doorheen reden, zagen wij om ons heen zo nu en dan rookwolken, maar het bleken later stofwolken. Er worden allemaal blasts (ontploffingen) gedaan, om de Iron Ore te winnen. Iron Ore is één van de belangrijkste grondstoffen om metaal te maken. De mijnwerkers verdienen bakken met geld en bijna iedereen die in deze staat woont, kent wel iemand of heeft iemand in de familie die in de mijnen werkt of het als vrachtwagenchauffeur vervoert.

Net over de grens van de Coral Coast naar de Pilbara kwamen wij Benjamin tegen, een Israëliër die Australië op de motor doorkruist. Tot voor kort diende hij voor het leger van Israël, hij nam ontslag en vier dagen daarna brak de oorlog tegen Palestina uit. We horen vreemde verhalen onderweg. Enfin, hij wilde wel terug, maar het leger wilde hem niet meer. Hij kon zijn droom vervolgen. Hij had het echter best zwaar aan de westkust. Er staat meestal een beste wind en met zijn tientallen kilo’s bagage en de hitte, moet hij om de honderd kilometer bijkomen en zichzelf voorzien van een fles water. Even later stapten wij weer in de bus en hij reed even later ook weer weg. Tweehonderd kilometer later stopten wij weer even in de schaduw. Even lunchen en van plek wisselen. Net voordat we wilden vertrekken, kwam Benjamin er ook weer aan. Dat was toevalig. We hadden precies dezelfde plek uitgekozen om te stoppen. Hij deed zijn helm af en we zagen het zweet van zijn hoofd druipen. Wat een zware rit. Wij hadden het dan nog goed zonder airconditioning, maar een raampje die open kon en we konden nog tussendoor drinken ook. Benjamin had geen tijd om te praten. Hij zette zijn fles meteen weer aan zijn mond. Toen hij er weer doorheen was, had hij een dringend verzoek. Mag ik mijn zwaarste tas asjeblieft bij jullie in de auto zetten?, vroeg hij. We kenden hem amper, maar natuurlijk, voor ons was dat geen probleem. Hij stapte weer op de motor en we zouden hem op de volgende parkeerplaats ontmoeten. Dat was nog eens ongeveer tweehonderd kilometer verderop. We hadden net zo goed de andere kant weer op kunnen rijden, maar nee, wij waren op weg naar Karijini National Park, wat middenin de Pilbara ligt. Twee uren later kwamen wij op de afgesproken parkeerplaats aan. Benjamin zag er een stuk frisser uit. Hij had tijd om te zwaaien en zijn legen plastic fles stond naast hem. We hadden eingelijk geen zin meer om door te rijden. Er stonden genoeg caravans, busjes en auto’s van reizigers die ook wel slaperig werden van het landschap. De weg door de Pilbara was niet echt spannend, het was meer een lopende band waar we overheen reden en er kwam geen einde aan. Het landschap bleef hetzelfde, veel red dirt en struiken met af en toe een berg of een rots. We hadden die dag alweer meer dan vijfhonderd kilometer afgelegd, dus besloten wij ook maar op die parkeerplaats te blijven. Benjamin niet, hij had alleen een slaapmatje mee en een deken, geen tent of iets dergelijks, dus hij zocht een hostel op in de buurt. Dat was echter nog eens meer dan honderd kilometer rijden. We hebben al zijn waterflessen bijgevuld met ons reservewater en we namen afscheid van hem.

Die avond kwam er nog een jongen in een auto op de parkeerplaats staan. Wij waren aan het eten koken en hij begon aan zijn auto te sleutelen. Deze jonge jongen was helemaal alleen. Hij was door een schroef gereden en zijn band liep wat leeg. Na een uur hoorde hij ons praten en hij zei: Heey, nog meer Nederlanders. Dat is toevallig. Zoveel Nederlanders kom je hier niet tegen. Nick is een student uit Wageningen en hij was net klaar met zijn stage in Perth. Hij had een stationwagen gekocht en daarin reisde hij alleen de westkust omhoog. Hij was op weg naar zijn vriend in Broome, waarmee hij vervolgens verder zou reizen. We nodigden Nick die avond uit om mee te helpen met onze wijn. Hij is tenslotte student, een drankje moet er wel in gaan. En dat was inderdaad het geval. Hij nam zijn eigen fles, speciaal uit Nederland over laten komen Citroenjenever ook mee uit zijn auto. Het was erg gezellig die avond. Er kwam ook nog een Italiaan bij zitten en we reden toevallig allemaal dezelfde kant op. Oja, Nick vertelde ons, na een paar glaasjes gedronken te hebben, dat hij lid was van een studentenvereniging en van het koor, een grappige combinatie. De volgende dag moesten we nog honderdvijftig kilometer rijden naar het hart van de Pilbara, waar Karijini National Park ligt. Het is eigenlijk het enige in de Pilbara. Nick liet een prop in zijn band schieten en we zouden hem nog wel eens ergens treffen.

We hadden een klein probleempje. Toen wij die midden in het nationale park aankwamen, bleek dat van de ongeveer tien gorges (fjorden) maar één te bereiken was met onze bus. Dat wisten we wel, maar dat het zo erg was, hadden we niet verwacht. Er was maar naar één gorge een verharde weg. Dat verzin je toch niet? We gingen dus maar op bezoek bij die ene gorge, de Dales Gorge. Dat was echt fantastisch. De gorge had eigenlijk allemaal elementen die ons aanspraken, ten eerste was hij prachtig om te bekijken, we mochten er in en dat ging niet met een keurig trapje, maar via de rotsen en af en toe een houvast. Er waren punten waar je niet zomaar over kon steken zonder natte voeten te krijgen. Er waren watervallen, er waren plaatsen waar gezwommen kon worden en het was nog leuk om te doen ook, de route die was uitgestippeld zat vol met hindernissen. Erg leuk. Dat beloofde wat voor de rest van het park. Het deel waar we niet konden komen. We dachten de hele tijd aan een oplossing, maar het huren van een auto behoorde niet echt tot de opties. Dat was meer dan driehonderd dollar. Een tour dan? Dat was honderdvijfenzestig dollar per persoon. Liften? Zou kunnen, maar hoe kom je dan weer terug. De beste optie was eigenlijk om een stel te vinden om mee te kunnen reizen vanaf de camping en die er dezelfde avond ook weer terugkwamen om te slapen. We gingen die avond dus maar op de camping staan in de hoop dat we er iemand zouden vinden. De meeste mensen zaten echter vol, zo leek het en na een tijdje gaven we op. We moeten maar gaan liften morgen. Dat komt vast goed. We ging eten en net zoals de vorige dag, hoorde Nick ons praten. Hij zei: Ik dacht al dat ik jullie langs zag rijden. Ik heb een voorstel jongens. Die wegen zijn zo slecht en met jullie busje kunnen jullie daar niet overheen. Wat vinden jullie er van als ik jullie meeneem naar andere gorges morgen? Wat een held. Wij waren weer helemaal blij. We beloofden Nick onze reserve. Dat komt, dat blijkt wel weer, altijd van pas. Fantastisch. Dankzij hem hebben we de mooiste delen gezien.
Dankzij de Iron Ore kwamen we onze vervolgreis naar Broome in Road Train land, vrachtwagens met meestal vier wagons (ze mogen in West Australië niet langer zijn dan 53,5 meter) denderen je de hele dag tegemoet. Deze megatrucks zijn best fascinerend. Ze hebben bijvoorbeeld op topsnelheid een paar honderd meter tot bijna een kilometer nodig om te kunnen remmen en er zitten echt hele grote exemplaren tussen. Zie de foto die wij namen bij Auski Roadhouse.
Van Karijini National Park naar onze volgende stop, Broome, is het ongeveer duizend kilometer rijden. Daar tussenin kwamen we voornamelijk veel stof tegen. Natuurlijk stopptn we tussendoor wel een keer om te slapen, maar er zal niet veel spannends gebeuren, verwachtten wij. Toch wel.

In Broome waren wij van plan een 4WD (four wheel drive / vierwielaandrijving) auto te huren met z’n tweeën om de Gibb River Road te rijden. Dat is een gravelweg door de Kimberley, één van de meest onaangetaste en afgelegen plekken van de wereld. We zochten op het eerst mogelijke punt waar we weer wat telefoonreceptie hadden, de mogelijkheden uit. Er waren een aantal verhuurbedrijven die ons aanspraken. De verhuurbedrijven kunnen de kosten namelijk erg omhoog brengen door een remote fee (vergoeding voor de afgelegen plek van het verhuurbedrijf) te vragen, soms oplopend tot zevenhonderd dollar. Ook zijn kilometervergoedingen geen uitzondering. Meestal krijg je honderd kilometer per dag gratis, maar daarna betaal je boven de twintig cent vergoeding per kilometer. Dat kan hard gaan. De Gibb River Road is namelijk ongeveer zevenhonderd kilometer.. en we moeten ook nog terug. De bus zouden we graag in Broome willen laten staan voor de dagen dat we op avontuur zijn. Er zijn ook verhuurbedrijven die geen kilometervergoeding rekenen, gelukkig. Daar gaan we voor. En dan nog de autoverzekering.. Wel of geen? We rijden wel door ontzettend ruig gebied en als je geen verzekering hebt voor de auto, kunnen de bedrijven je als er iets kapot gaat, qua kosten vragen wat ze willen. De autoverzekering is iets van vijftig dollar per dag. Dan is je eigen voertuig helemaal verzekerd, je kunt hem ook tot vijfendertighonderd dollar verzekeren, waarbij je twintig dollar per dag betaalt.. of je betaalt niets.. maar dan wil de verhuurder een borg van vijfenzeventighonderd dollar borg. Zal er wat gebeuren? Wij rijden wel voorzichtig. Nee, laten we het maar niet doen. Dan wordt het nog duurder. Uiteindelijk was de beste deal die van Wicked Campers, een ute (soort pickup) met op de laadbak een uitklapbare tent en alle benodigdheden tot aan de pannenset werden erbij geleverd. Het zou ons, inclusief een korting op de remote fee van driehonderdvijftig dollar meer dan zestienhonderd dollar kosten, zonder verzekering. De goedkoopste.. We wilden het zo graag dat we het hebben gedaan. In Port Hedland, het enige stadje die we tegenkwamen onderweg boekten we de ute. Nu mar hopen dat er niets gebeurt. We waren er erg blij mee. We konden uitkijken naar een avontuur waarbij we ongeveer veertig rivieren moesten oversteken met de wagen en onder andere veel mooie gorges konden bezoeken en unieke landschappen zouden zien. De blijdschap was echter van korte duur. Kirsten kreeg een mailtje dat de ute uitverkocht was en omdat we de telefoon niet opnamen de reservering was gecanceld. We reden net Port Hedland uit. Hmm.. Wat nu? We dachten hard na, maar de rest van de voertuigen werden wel erg duur. We besloten door te rijden en er een nachtje over te slapen.

Dat deden we ongeveer honderd kilometer verderop. We hadden ondertussen al besloten dat we in Broome het beste twee anderen op konden zoeken om de kosten van een 4WD te delen. Toen we de volgende ochtend wakker werden en Henk terugliep van het toilet naar de bus zag hij Nick. Hij besloot even naar hem toe te gaan om een praatje te maken. Niet veel later kwam daar een ander Nederlands stel bij staan, Sjoerd en Kathelijne uit Amsterdam. Zij waren ook op doorreis naar het noorden. Misschien wilden zij de Gibb River Road ook wel doen.. Het is een leuk stel, net zo oud, ze hebben dezelfde interesses, dus waarom niet? Henk voelde ze eens aan de tand en stelde het daarna gewoon voor. Wat ze antwoorden, horen jullie in het volgende verhaal. Wij willen vaker zulke korte verhaaltjes schrijven, maar dat is erg moeilijk. Tot snel.

Groeten Henk en Kirsten

  • 10 September 2014 - 13:04

    Ankie:

    Hoi Henk en Kirsten,

    Spannend hoor! Een echte 'cliffhanger'!
    Wij hebben vorig jaar juni de GRR gereden. Ik vond het een geweldige ervaring! Veel gorges om te bedwingen. De één is een grotere uitdaging dan de andere. Maar allemaal prachtig.
    Een tip: Charnley River Station - een homestead - waar ook een camping bij is. Het is wel 43 km van de GRR af en een aantal hekken door, maar zelfs op deze Private Property zijn een paar gorges. Hele leuke camping ook! Maar misschien vinden jullie het te ver van de weg af.
    Ellenbrae is ook een aparte ervaring (heb ik gehoord), vooral het toilet...
    In ieder geval veel plezier!
    Morgen zal ik jullie even een mailtje sturen: ik spreek mijn oudste broer toevallig morgen even (tel.). Als jullie de GRR gaan doen, zal het wel even duren voordat je ergens wifi hebt en die leest!

    Groet, Ankie de Vries


  • 11 September 2014 - 08:28

    Geert Veen:

    Hoi Henk en Kirsten,

    Als wij zo jullie verslagen lezen, dan is het niet altijd even makkelijk iets te gaan ondernemen.
    Vaak is het onkosten plaatje een belemmering daar in down under.
    Wel hebben jullie er weer prachtige foto's bij gedaan.

    Mvg,

    Hennie en Geert

  • 24 September 2014 - 05:33

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen,

    We waren al een tijdje klaar met de Gibb River Road toen we het vorige bericht plaatsen, dus Ellenbrae lukt niet ben ik bang. Klonk wel interessant inderdaad, haha. We zullen zo onze belevenissen van de Gibb River Road plaatsen. Het is een behoorlijk lang verhaal (weer), met weer veel mooie foto's Hennie en Geert.

    Groeten Henk en Kirsten

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 675
Totaal aantal bezoekers 209704

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: