Wet tropics - Reisverslag uit Cairns, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu Wet tropics - Reisverslag uit Cairns, Australië van Henk en Kirsten - WaarBenJij.nu

Wet tropics

Door: Henk en Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Henk en Kirsten

12 Mei 2015 | Australië, Cairns

Airlie Beach, de gateway naar de Whitsunday Islands. We besloten even een break in te lassen. Het was rond Pasen, dus er was weinig open op die dagen. We bleven drie dagen in Airlie Beach, een toeristisch dorpje, met een gigantisch zwembad aan het strand, in de oceaan zelf zwemmen is te gevaarlijk. Vanaf onze camping liepen we via een boardwalk, als het ware over de zee, naar het dorp. Op zondag was er een markt met allemaal leuke hebbedingetjes. Even lekker niks doen voor een paar dagen.

Op Goede Vrijdag vertrokken we naar de Whitsunday eilanden. We bezochten drie eilanden. Paradise, Hamilton Island en de witste Whitehaven Beach. Toen we daar aankwamen bleek er helemaal niets te zijn. De boot zette ons af op het strand met een loopbrug en je ging je gang maar. Er zijn geen toiletten, geen schaduwplekjes (tenzij je via een onbegaanbare weg het aangrenzende bos inloopt) en er zijn geen verkooppunten, niks, helemaal niks, alleen strand en zee. Niet verkeerd. Wij liepen een paar kilometer het strand op een neer. Henk zijn ouders besloten te gaan zonnebaden. Zwemmen was ook hier gevaarlijk in verband met de stingers. Dat seizoen duurt nog even. Je kon wel zwemmen, maar dan moet je in eens stingersuit. Eigenlijk hadden we verwacht dat we naar de inlet zouden gaan met deze dure tour. De inlet is een ontzettend mooi strand die je eigenlijk nergens mee kunt vergelijken. Als het eb is wordt een de inlet bijna helemaal droog gelegd, waarna een strand met watergeultjes ontstaat, erg mooi om te zien. Toen de boot ons na het bezoek meteen weer terug bracht was dan ook een teleurstelling. Het staat nergens aangegeven dat je daar met een halve dag niet naartoe gaat. Wij zijn nog van plan er een keer naar terug te gaan als we gewerkt hebben. We zouden graag nog een dag tour doen en toch dat punt en nog vele andere eilanden bekijken. Het is goed te combineren met Fraser Island.

We kregen er wel een ontzettend mooie zonsondergang voor terug. Dat maakte alles weer goed. Vanuit Airlie Beach bezochten we de volgende dag Alligator Creek, vlakbij Townsville. Dat is eenbest eindje rijden. Onderweg kwamen we dan ook veel vermaak tegen. De overheid heeft, omdat de weg zo recht en saai is, allemaal borden geplaatst met daarop de Trivia-games. Op het bord staat dan een vraag, waar je in de auto over na kunt denken. Het antwoord staat op het volgende bord. Ook kwamen we vaak het bord met daarop de rekst ‘Dad, are we there yet?’ tegen. Alligator Creek is een mooie gorge waar je, anders dan de naam doet verwachten, mag zwemmen. Het was er dan ook erg druk. Het was al redelijk laat toen wij daar aankwamen, dus besloten wij het eten klaar te maken op één van de vele aanwezige barbecues. We kregen gezelschap van een enorme leguaan. Hij was wel anderhalve meter lang. Na het eten reden we naar Townsville.

De camping was erg rustig, maar mooi. We stonden er met een paar andere busjes en je kunt nagaan dat de possums (buidelratten), die normaal genoeg te eten krijgen van de campinggasten, nu wat hongerig waren. Er kwamen één uit de boom klimmen en we deden iets wat we nog nooit eerder hadden gedaan. We voerden hem uit de hand. Het beestje heeft erg scherpe klauwen, maar hij was lief voor onze handen. Hij had in de gaten dat hij meer kreeg als hij ons niet verwonde. Het was leuk in Townsville, waar je met de boot naar Magnetic Island kunt varen. Het was overigens ook erg warm. Met een temperatuur van drieëndertig graden besloten wij op zoek te gaan naar koala’s. Op Magnetic Island staat geen hoge bomen, dus de koala’s zitten mooi dichtbij. Achteraf erg dom, want die beesten hebben ook geen zin om iets te doen met dat warme weer. Toch troffen we er twee. Ze waren nog wakker ook. We hebben verder wat over het eiland gerond gelopen en ons vermaakt met een ijsje.

Van de lage bomen reisden wij af naar de hoogste waterval van Australië, de Wallaman Falls. Deze gigant is 268 meter hoog en valt in één keer. Onze gratis camping grensde wonderbaarlijk genoeg weer aan de waterval. We stonden midden in het Girringun National Park. Weer zo’n fantastische spot. Australië zit er vol mee. We stonden midden in het regenwoud. De waterval stroomt dan ook het hele jaar door. Ze noemen het deel van Australië vanaf daar naar het uiterste puntje van Queensland niet voor niets de Wet Tropics. Vanaf hier kom je alleen maar regenwouden tegen als je verder omhoog naar het noorden rijdt. Dat brengt mooie plaatsjes, mooie plaatjes en ook hele bijzondere beestjes met zich mee.

Op de weg naar Mission Beach werden wij ineens opgeschrikt door een gigantisch bord met daarop de tekst: Pas op Kasuarissen (in het Engels Cassowaries). Dat zijn struisvogels uit de prehistorische tijd. Ze hebben een blauw met rode nek een hoorn in de vorm van een hanenkam op hun hoofd. Ze zijn ontzettend gevaarlijk als ze niet in de stemming zijn. De beesten leven alleen in de wet tropics van Australië en in Nieuw Guinea. Heel bijzonder dus. Heel gevaarlijk, dat gonst nog altijd door ons hoofd heen. Ze kunnen je met een scherpe klauw zo openrijgen, maar het beestje is wel heel bijzonder. Die willen wij wel graag zien.. We gingen op zoek. Kirsten zocht op internet de beste plaats waar ze te spotten waren in de Mission Beach regio. We hadden intussen ook al zoveel verkeersborden met een Cassowaries erop gezien, dat het bijna niet meer mis zou kunnen gaan, dachten we. Zoveel leven er echter niet en ze zijn ook erg schuw. We konden geen Cassowary vinden tijdens onze wandeling door een regenwoud in de buurt. We reden verder naar Mission Beach, waar wij de bibliotheek in doken om ons visum voor Canada klaar te maken en Henk zijn ouders naar het strand gingen. Er stonden weer mooie rode vlaggetjes voor ze klaar. We waren na ongeveer twee uren klaar. We reden met z’n vieren door naar onze slaapplaats.. dit keer een wat minder mooie.. vlak langs de snelweg. Er was in de buurt niks beters helaas. Ach, dat kan ook wel een keer. Henk zijn ouders hadden ook al meer het no worries-gevoel te pakken. We hebben die nacht goed geslapen.

Het was alweer negen april. We gingen die dag voor de verandering een klein stukje rijden. Vijftig kilometer verderop kwamen we aan bij Paronella Park. Dat is een ontzettend mooi park. In het begin van de vorige eeuw heeft meneer Paronella daar een ontzettend mooi park aangelegd, voornamelijk voor lokale mensen. Het was compleet met café, restaurant, bioscoop (uniek voor die tijd), een discobol (idem), een paar hele grote watervallen, een kasteel, terrassen aan de rivier, fonteinen, een tunnel , een liefdeswandeling, kortom een ontzettend mooi en luxe plekje midden in het regenwoud. Meneer Paronella kreeg een paar overstromingen te verwerken, waardoor tot een paar keer toe het hele park geruïneerd werd. Hij moest alles elke keer van het begin of aan opnieuw opbouwen. Dat deed hij tot drie keer toe, totdat hij kwam te overlijden. Niemand wilde het park kopen. Het regenwoud verwilderde in hoog tempo. Dat wil wel in de wet tropics. Een paar jaar geleden was er iemand die het stuk land opkocht. Deze familie herontdekte het paradijs. De verwaarloosde, maar ontzettend mooie gebouwen staan er nog net zo bij, vol met groene aanslag, planten en ingestorte delen. Het is een prachtig park (foto’s).

Als de entreeprijs van het park eenmaal was betaald, mocht je alles doen, zelfs een avond- en een dagtour. Ook een overnachting was inclusief. Scheelt dat even. Dit park vonden wij erg mooi. Een aanrader voor iedereen. De volgende dag reden via de waterfallsway (met de Millaa Millaa Falls, een soort van perfecte waterval) naar de Atherton Tablelands. Daar kwamen wij weer zo’n leuk bordje tegen.. een bordje met daarop een soort van possum met een hele lange staart. Een bordje later stond hetzelfde beestje, maar dan met de tekst ‘ Treekangeroo’s crossing’ daaronder. Treekangaroos? Bij het volgende informatiecentrum stond ‘ The place where the kangeroo’s climb the trees. Fantastisch! Kangoeroes die de boom in klimmen? Die moeten wij ook zien! Haha. De beestjes zijn ook heel moeilijk te spotten. We kregen de tip dat ze bij op een specifieke plaats goed te zien zijn. We gingen er op af en we zagen er één, dachten we . Na veel foto’s en filmpjes te hebben gemaakt, bleek het om een doodgewone possum te gaan. Een half uur hebben wij gekeken naar het beestje die eigenlijk helemaal niet zo schuw was. We hebben na onze ontdekking van de possum besloten naar Mareeba te rijden met de hoop de boomkangoeroe hopelijk een andere keer zullen spotten. Wij (Kirsten en Henk) hopen nog een wildlifetour te doen in deze regio. In Mareeba was een markt, een niet hele boeiende.. We reden naar het nabijgelegen Kuranda, een ontzettende leuk en gezellig dorpje. Het hele dorp is als het ware een markt, overal staan stalletjes en kraampjes. Erg leuk. Kuranda ligt in het midden van een regenwoud, boven op de Arherton Tablelands. Als je vanaf daar naar beneden rijdt kom je in Cairns. Dat deden we. De eindplaats van onze oostkustreis met Henk zijn ouders. Ze vlogen drie dagen later. Koert en Janny sliepen nog twee dagen in een resort, om even bij te komen van de vijf weken in een busje. Wij gingen op zoek naar werk. Dat resultaat bewaren we tot de volgende keer.

Het verhaal over emigranten Wietze Jan en Feikje van Vondel stond afgelopen woensdag, zes mei in de Nieuwe Ooststellingwerver.

Koert en Janny hebben hele goede reis terug naar Nederland gehad. Ze vlogen via Hong Kong en ze hadden geen last van een jetlag.

Groeten Henk, Kirsten, Koert en Janny

  • 13 Mei 2015 - 07:40

    Martje:

    Elke keer als ik de sleur hier even zat ben lees ik jullie verhalen en doe ik gewoon net of ik daar ook ben haha. Wat een leuk verhaal weer. Geniet ervan!

  • 18 Mei 2015 - 16:35

    Bernard Fleerakkers:

    Met veel interesse heb ik tot nu toe jullie belevenissen gevolgd. Geweldig wat jullie al gezien en meegemaakt hebben.
    Ik heb gezien dat jullie het visum voor Canada hebben aangevraagd. Ik heb indertijd voor jullie vertrek
    mijn broer aangemeld die in 1953 uit Duizel (NB) naar Canada is geemigreerd. Ook zijn vrouw is in 1953 samen met het hele gezin uit Bladel (NB) naar Canada vertrokken. Duizel en Bladel liggen 7 km van elkaar. Ze hebben elkaar echter in Canada voor het eerst ontmoet en in 1959 getrouwd.
    Intussen zijn ze verhuist van Noord naar Zuid-Ontario.
    Het nieuwe adres is :
    Ted and Anne Fleerakkers
    600 Longworth Road
    Suite 204
    London ON N6K 4XG
    Canada
    tel. (001)5196415564

    Met vriendelijke groet,
    B. Fleerakkers

  • 19 Mei 2015 - 09:12

    Henk En Kirsten :

    Goedemorgen,

    Bedankt voor jullie leuke reacties. Hetzelfde geldt voor ons, Martje. De sleur bestat hier ook.. en san schrijven we even voor Nederland. Haha.

    Wij hebben het visum voor Canada inderdaad aangevraagd Bernard. Het neemt heel wat meer tijd in beslag dan het visum voor Australië, die binnen vijf minuten binnen was. Die van Canada doet er inmiddels al bijna twee maanden over, sinds we bij de eerste vierhonderd zitten. Ongelofelijk. Ze moeten heel wat van ons hebben, zelfs een Verklaring van Goed Gedrag uit Nederland en één uit Australië. We zullen zien hoe lang het nog duurt. En of we er in mogen het land in mogen. We Bedankt voor het adres. Ik zal het aanpassen nieuwe adres opslaan. Het duurt niet zo lang meer dat we daar aankomen. We hebben er erg veel zin in.

    Groeten Henk en Kiraten

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Henk en Kirsten

Actief sinds 26 Feb. 2013
Verslag gelezen: 519
Totaal aantal bezoekers 209699

Voorgaande reizen:

20 April 2013 - 10 December 2016

Wereldreis

Landen bezocht: